Buitenland17 juni 1999

Niet KFOR maar bevrijdingsleger lijkt heer en meester in de stad

UCK weigert ontwapening in Prizren

Door C. Liebig (AP)
PRIZREN – Op de ruit bij de ingang van het Duitse hoofdkwartier in Prizren is een sticker geplakt: een verbodsbord, met een rode rand en een rode streep door een geweer. Voor de sticker houdt een soldaat de wacht, met zijn geladen geweer in de aanslag. De wachtmeester laat zonder blikken of blozen passerende soldaten doorlopen, hoewel ze allemaal wapens bij zich dragen.

De sticker is duidelijk verouderd. Hij is nog van vóór de oorlog – toen de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) hier haar intrek had genomen. Nu heeft het Duitse leger het hier voor het zeggen, ten minste, zo is het afgesproken tussen de Serviërs en de NAVO. De strijders van het Kosova Bevrijdingsleger (UCK) gedragen zich echter meer en meer als de heersers over Prizren.

Drie dagen na de Duitse intocht is Prizren nog steeds in feeststemming. Zelfs in de stromende regen rijden toeterende auto's met UCK-vlaggetjes door de straten. Nog steeds vuren UCK-aanhangers vreugdesalvo's af.

Toch is de aanwezigheid van het UCK veranderd. Elke dag verschijnen er weer meer volledig bewapende UCK-leden op straat. Ze zetten controleposten op en regelen het verkeer. Volgens het akkoord tussen de NAVO en Belgrado zou het UCK „gedemilitariseerd” worden, maar een persvoorlichter van de Duitse strijdkrachten in Prizren zegt: „Zolang ze hun wapens niet op ons of op burgers richten, hebben wij niet het recht hen te ontwapenen.”

Daarmee komt KFOR tegemoet aan de eisen van het UCK, dat blijft weigeren de wapens in te leveren. UCK-woordvoerster Shekendie Hoda zegt dat het leger de wapens niet zal gebruiken tegen NAVO-soldaten. „Maar als wij worden aangevallen, zullen we terugslaan”, voegt ze er met veelbetekenende blik aan toe.

Onder controle
Het Duitse leger houdt vol Prizren in zijn greep te hebben. „Ze showen hun wapens en hun vaandels, maar wij hebben de stad onder controle”, aldus woordvoerder Dietmar Jeserich. Het UCK denkt daar anders over. „Het gaat niet om de controle, maar om de vrijheid van mensen”, zo wimpelt Fatmir Lima, een van de topmensen uit de nieuwe UCK-regering, de vraag naar de machtsverhouding in Prizren af. Naast hem staat een tiental UCK-strijders strijdbaar met hun geweren in de aanslag.

Op de persconferentie waarop Lima spreekt wordt de overgangsregering van Kosovo voorgesteld, een regering die is benoemd door het centrale commando van het UCK. Het bevrijdingsleger hoopt zich op die manier om te vormen tot een politieke macht. Het UCK lijkt een vrij solide machtsbasis te hebben. In de regio Prizren zijn volgens de Duitse KFOR-troepen geen Servische militairen meer aanwezig.

Bovendien zien ook de meeste etnische Albanezen geen alternatief voor het UCK. De tot nu toe voor de etnische Albanezen als politiek leider geldende Ibrahim Rugova lijkt al zijn krediet te hebben verspeeld met zijn ontmoetingen met de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. De juichkreten van de Kosovaarse Albanezen na het bereiken van het akkoord luidden dan ook ”UCK, UCK” en niet ”Rugova, Rugova”.

Het UCK wordt met alle egards behandeld, ook door KFOR. Zo mogen ze bewapend en wel het Duitse hoofdkwartier in Prizren binnenwandelen. De sticker met het doorgestreepte geweer heeft dus ook voor UCK-strijders geen enkele betekenis meer.