UCK-strijders nemen
snel delen Kosovo in

Door de overvolle wegen in Kosovo heeft de NAVO de Joegoslavische strijdkrachten 24 uur extra de tijd gegeven om Kosovo te verlaten. Tot dusverre zijn volgens de Britse premier, Blair, zeker 26.000 militairen vertrokken, ongeveer 65 procent van Belgrado's strijdkrachten in Kosovo. De NAVO heeft inmiddels circa 14.500 man in Kosovo onder KFOR-vlag.

In het kielzog van de Joegoslavische soldaten trekken ook Servische burgers uit de omstreden provincie weg. Zij vormen een etnische minderheid in Kosovo. Volgens het Rode Kruis zijn al 30.000 Serviërs gevlucht uit angst voor wraakacties van het Kosova Bevrijdingsleger (UCK). De enige orthodoxe bisschop uit het gebied, Artemije Radosavljevic, verliet gisteren de stad Prizren in het zuidwesten van Kosovo omdat het daar onveilig zou zijn. Hij ging onder bescherming van Duitse KFOR-militairen met negen priesters en een paar honderd Serviërs, die in het seminarie van het bisdom hun toevlucht hadden gezocht, naar de Kosovaarse hoofdstad Pristina.

Om de Serviërs te bemoedigen, heeft patriarch Pavle van de Servisch-Orthodoxe Kerk aangekondigd zijn zetel naar de Kosovaarse stad Pec te verplaatsen. Hij riep de Serviërs op „hun eeuwenoude woonplaatsen en hun heiligdommen niet te verlaten” en beloofde zich in te spannen om hun veiligheid te garanderen. Gisteren brandden gewapende mannen het eeuwenoude klooster van de Drie-eenheid bij Prizren plat.

KFOR-commandant Jackson riep de Serviërs gisteren eveneens op in Kosovo te blijven. „De wereld heeft al te veel vluchtelingen. Ik smeek u het aantal niet nog groter te maken. Blijf thuis. Wij zullen op u letten”, aldus Jackson.

Hebben tienduizenden Serviërs Kosovo verlaten, vele Albanezen die sinds het begin van de NAVO-bombardementen eind maart naar Macedonië en Albanië zijn gevlucht, keren terug. Ze negeren waarschuwingen dat het onder meer door landmijnen nog te gevaarlijk is om terug te keren.

Russen
Het UCK neemt Kosovo langzaam over. Het bestuurt de stad Prizren en patrouilleert in de straten. Brandstof is in Prizren zonder speciale toestemming van de strijders niet te verkrijgen. Amerikaanse militairen ontwapenden gisteren met veel machtsvertoon honderd UCK-strijders bij het plaatsje Gnjilane. De Kosovaren hadden geweigerd hun wapentuig vrijwillig af te staan. Een UCK-commandant heeft beklemtoond dat het UCK de wapens niet opgeeft zolang er Russen in Kosovo zijn. Het UCK dreigde gisteren de Russische troepen in Pristina als vijand te beschouwen, als die zich niet snel uit de voeten maken. Gevluchte Albanese Kosovaren stromen intussen het land weer in. Overdag zijn het er per uur circa duizend. Ze negeren waarschuwingen dat het nog te gevaarlijk is om terug te keren, onder meer wegens landmijnen.

De NAVO onderneemt vooralsnog weinig om de strijders van het Kosova Bevrijdingsleger te ontwapenen. Diplomatieke bronnen geven aan dat de NAVO er nu over denkt de UCK-strijders de politiemacht te laten zijn en ze alleen te vragen zware wapens in te leveren.