Buitenland15 juni 1999

Serviërs stromen Prizren uit

Door Denis Gray (AP)
Met hun teddyberen, honden en geweren stevig tegen zich aangedrukt stroomden Servische burgers en soldaten gisteren de Kosovaarse stad Prizren uit. De meeste vluchtelingen vrezen wraakneming voor de onderdrukking van hun etnisch Albanese buren.

De nieuwe vluchtelingen zeggen dat ze naar het noorden gaan, richting Pristina of zelfs naar Servië. Velen hebben hun leven lang in Prizren gewoond. „We proberen de mensen te overreden om hier te blijven, maar ze zijn bang voor het UCK”, zegt Ugliesa Popovic, een Servische hoogleraar in de theologie, verwijzend naar het Bevrijdingsleger van Kosova.

De stoet vluchtelingen wordt geëscorteerd door enkele gewapende paramilitairen en Servische soldaten. De vluchtelingen rijden langs tanks en pantserwagens van een Duits contingent van de vredesmacht voor Kosovo, dat zondag in de stad is aangekomen. De Duitsers zullen samen met een Nederlands contingent toezien op de terugtrekking van het Joegoslavische leger, de Servische politie en de paramilitairen. Volgens het vredesakkoord moeten de Servische militairen uiterlijk vandaag vertrekken.

Enkele uren nadat de Duitse militairen zondag voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog in groten getale voet op buitenlandse bodem hadden gezet, kwamen ze onder vuur van sluipschutters te liggen. Twee mannen met semi-automatische geweren en granaten begonnen op de Duitsers te schieten, wat werd beantwoord met een regen van kogels. Eén Serviër werd gedood, de andere Serviër en een Duitse soldaat raakten gewond. Een vrouw uit Prizren zou ook door de sluipschutters zijn geraakt.

„We weten niet waar we heen gaan. De NAVO kan onze veiligheid niet garanderen”, zegt een van de vluchtelingen. Hij staat met zijn gezin bij een volgepakte auto, klaar om zich aan te sluiten bij de uittocht uit de stad. „Oorlog is vreselijk”, zegt een vrouw terwijl haar dochter de hond Licky in een van de auto's stopt die in een lange rij staan opgesteld. Op een plein vlakbij klauteren tientallen mensen een bus in die naar Belgrado gaat.

Spanningen
Etnische Albanezen in Prizren laten de Serviërs met rust, hoewel ze vertellen dat ze zijn beroofd, vernederd en verdreven door het Servische leger en de politie. „Dit is geen strijd tussen de Albanezen en de Serviërs. We hebben lange tijd samen in de stad gewoond. Velen van ons huilden toen ze moesten vertrekken”, zegt de Servische hoogleraar Popovic. „Dit is de politiek van het communisme, van president Slobodan Milosevic.”

Hambi Berisha, een etnische Albanees uit een dorp bij Prizren, stemt in met Popovic en schudt hem de hand. Zijn dorp heeft zwaar geleden onder het geweld van de Serviërs. Ze kijken samen naar de vluchtelingen die over een brug over de rivier de Bistrica rijden.

De Duitse en Nederlandse militairen wacht de zware taak om de etnische spanningen te onderdrukken en een veilige omgeving te creëren waarin de etnisch Albanese vluchtelingen kunnen terugkeren. Voor de Serviërs is het pittoreske Prizren het voormalige hoofdkwartier van hun beroemde koning Dusan, die regeerde in de veertiende eeuw. Bovendien staan in de omgeving van de stad ook enkele van hun meest geliefde orthodoxe kerken, waarop etnische Albanezen hun woede zouden kunnen koelen.

De leiding van de Servisch-Orthodoxe Kerk heeft zondag een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om de geestelijken die in Prizren achterblijven te beschermen. Het onafhankelijke persbureau Beta meldde dat een Servische geestelijke was aangevallen in Ljubizda, een dorp bij Prizren.

De grootste angst van de vertrekkende Serviërs lijkt echter het UCK te zijn. Hoewel in het vredesakkoord wordt gesproken over de demilitarisering van het UCK, zeggen UCK-commandanten dat hun eenheden de wapens zullen behouden om de etnische Albanezen te beschermen. Uiteindelijk wil het UCK zichzelf omvormen tot het officiële leger van Kosovo.

De etnisch Albanese guerrillastrijders vochten gisteren nog steeds met Servische eenheden aan de Kosovo-Albanese grens. Zondag nam het UCK een belangrijke grenspost in nadat het Servisch leger was vertrokken, wat betekent dat het op 20 kilometer afstand van Prizren ongehinderd Kosovo kan binnentrekken.