Buitenland14 juni 1999

Artsen zonder Grenzen betwijfelt succes nieuw onderkomen

Een huisje voor Kosovaren

Door Annemarie Cornelisse
HILVERSUM – Een houten huisje dat je gemakkelijk in elkaar zet en even gemakkelijk weer uit elkaar haalt. De Nederlandse woningcorporaties willen zo'n huisje aan gevluchte Kosovaren in Albanië aanbieden. Deze week gaan een aantal projectleiders en de architect van het huisje naar Albanië, om te kijken of het idee aanslaat.

Het houten noodhuisje –een ontwerp van architect S. Goede– biedt ruimte aan vijf personen. Het kan ter plekke worden geconstrueerd. Volgens J. A. de Gier, woordvoerder van Aedes, vereniging van woningcorporaties in Hilversum, hoeven er maar een paar kleine stukjes gezaagd te worden. „Je hebt er absoluut geen kennis voor nodig. Het bestaat uit standaardmaten en de basisstukken komen rechtstreeks van de houtfabriek af. Het voordeel is dat het een redelijk goedkope behuizing is en gemakkelijk te transporteren. In Nederland hoeft er geen arbeid voor verricht te worden.” De kosten van één huisje zijn ongeveer 3000 gulden exclusief BTW en transport.

In het huisje is een toilet aanwezig en de vijf bedplanken kunnen gemakkelijk omgebouwd worden tot twee zitbanken. Ook is er een mogelijkheid ingebouwd voor verwarming. „De Kosovaren kunnen de huisjes wellicht ook gebruiken als ze bij terugkomst in hun land niet direct in hun eigen huis kunnen wonen.”

De Nederlandse woningcorporaties hebben goede hoop dat het idee aan zal slaan bij de Kosovaren. De Gier kan nog niet zeggen wie er het snelst voor in aanmerking komen. „We hebben er eerst een stuk of tien gemaakt. De architect gaat met een aantal projectleiders deze week naar Albanië om te kijken hoe de situatie ter plekke is. Misschien is het huisje geschikt voor mensen van wie het huis verwoest is of die psychisch enorm in de put zitten, maar dat zullen de projectleiders bepalen.”

Reacties
Per e-mail heeft Aedes een aantal foto's van het noodhuisje gestuurd naar een hulporganisatie die zich vooral bezighoudt met huisvesting in Albanië. De vereniging kreeg daar enthousiaste reacties op.

Naast het leveren van houten huisjes hebben de Nederlandse woningcorporaties 1,5 miljoen gulden bijeengebracht voor de opvang van vluchtelingen uit Kosovo. Met dit geld maken zij in de Albanese stad Fier gebouwen geschikt voor de huisvesting van vluchtelingen. Scholen en buurthuizen zullen waterdicht worden gemaakt en voorzien van sanitair, riolering en elektrische installaties. Na het vertrek van de vluchtelingen kunnen de opgeknapte gebouwen door de Albanezen weer worden gebruikt voor het oorspronkelijke doel. „Op die manier bieden we hulp voor kortere én langere termijn”, aldus De Gier.

Behuizing
Artsen zonder Grenzen heeft nog niet van het huisjes-initiatief gehoord. Erwin van 't Land, voorlichter in Macedonië, weet wel dat er diverse organisaties zijn die zich in willen zetten voor behuizing van de Kosovaren.

Of het initiatief van de houten huisjes aan zal slaan, vindt Van 't Land moeilijk te zeggen. „Het is nogal een operatie om de mensen die nu in tenten wonen een compleet andere behuizing te geven.” Wel geeft hij aan dat er iets moet gebeuren voordat de winter aanbreekt. De tentenkampen zoals die er nu zijn, zijn noodkampen. Volgens Van 't Land zijn de tenten niet geschikt om in de winter in te huizen. Ook de hete zomerzon maakt het de Kosovaren niet gemakkelijk om in tenten te wonen. Of een houten huisje meer verkoeling biedt, is nog maar de vraag.

„Op dit moment bereiden we ons voor op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de Kosovaren naar hun land. We hopen dat ze voor de winter terug kunnen naar hun eigen huis. Misschien dat eerst de gezinshoofden terug zullen gaan om hun huis een beetje op te knappen zodat later de rest van het gezin terug kan.”

Prioriteiten
De prioriteiten van Artsen zonder Grenzen liggen op dit moment bij de mensen die al deze weken in Kosovo gevangen hebben gezeten zonder onderdak. Van 't Land heeft van de laatste Kosovaren die de grens van Macedonië zijn overgestoken gehoord dat er nog tienduizenden in de bergen zitten en de kracht niet meer hebben om te vluchten.