Buitenland11 juni 1999

Van Aartsen: Klus niet zonder risico

Nederlandse troepen
al snel naar Kosovo

KEULEN – Nederlandse militairen zullen waarschijnlijk de komende dagen al naar Kosovo vertrekken, om daar onder Duitse leiding deel te nemen aan handhaving van het vredesakkoord met Servië.

Dat zegt minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. De 2050 door Nederland toegezegde militairen zullen volgens de minister „zeker een jaar” in Kosovo blijven „voor een klus die niet zonder risico is.”

Over de operationele details kon Van Aartsen gisteren in Keulen, na afloop van een bijeenkomst over de wederopbouw van Kosovo en de Balkan, nog geen gegevens verstrekken. „Daarover gaat ook mijn collega van Defensie. Het ligt echter in de lijn der verwachtingen dat Nederlandse troepen zeer snel, de komende dagen al, naar Kosovo zullen gaan.”

In Keulen bespraken de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, de Russische bewindsman Ivanov, de Amerikaanse minister Albright en de buurlanden van Joegoslavië het stabiliteitspact voor de Balkan. Over financiële details is nog niet gesproken. Wel is de afspraak gemaakt burgers zelf en hulporganisaties ter plaatse meer bij de wederopbouw te betrekken. Daar heeft het volgens Van Aartsen in Bosnië te veel aan ontbroken.

Ivanov en de ministers van de zeven grootste industrielanden (G-8) kwamen overeen plaatselijke agenten en officieren door een internationale politiemacht te laten scholen. De politiemacht moet naast de troepenmacht KFOR een deel van de vredestaken uitvoeren. Ook wil de G-8 dat de VN een internationaal coördinator aanwijzen. Deze moet de hulp door EU, VN, Wereldbank, Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en G-8 soepel laten verlopen.

Van den Broek
De coördinator staat boven een nog aan te wijzen Europees beleidspersoon voor de Balkan. Deze EU-functionaris moet nog benoemd worden. Volgens diplomaten zou de scheidende Nederlandse eurocommissaris Van den Broek de enige kandidaat hiervoor zijn. Van Aartsen wilde daar niet op ingaan. Hij zegt dat de coördinator wel volgende maand nog benoemd moet worden.

Van Aartsen laat het aan de nieuwe Europese Commissie over om met „creatieve oplossingen te komen, waardoor samenwerking en wederopbouw zo snel mogelijk van start kunnen gaan.” „Ik heb wat dat betreft grote verwachtingen van de nieuwe commissievoorzitter Prodi.”