Buitenland10 juni 1999

„Geen Albanees woont nog in zijn huis”

Hulporganisaties staan
voor enorme operatie

KUKES – Internationale hulporganisaties bereiden zich voor op een grootscheepse operatie om de naar schatting 650.000 Albanese Kosovaren die de afgelopen maanden binnen Kosovo op de vlucht zijn gejaagd en die tot nu toe van alle hulp zijn verstoken, van voedsel en medicijnen te voorzien.

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) denkt dagelijks 1000 ton voedsel voor de ontheemden naar Kosovo te zullen moeten transporteren als de Servische provincie eenmaal weer bereikbaar is. Daarnaast worden voedseldroppings vanuit de lucht overwogen in de meest afgelegen gebieden. Volgens het WFP is er in heel Kosovo vrijwel geen Albanees meer te vinden die nog gewoon in zijn huis woont.

In Macedonië, Griekenland en Italië liggen een miljoen hulppakketten, die elk een dagrantsoen voor één persoon bevatten, opgeslagen. Eind deze maand moeten in de Albanese grensplaats Kukes zeven voedselopslagplaatsen operationeel zijn. Vier mobiele bakkerijen van de Britse hulporganisatie War Child worden klaargemaakt om versgebakken brood uit te delen vanuit de laadbakken van vrachtwagens.

„Het zal een enorm probleem worden”, zegt Anna Di Lellio van het WFP. „We weten dat 50 procent van de huizen in Kosovo is vernietigd. We weten dat bedrijven zijn vernietigd. Mensen hebben het land een maand lang afgestroopt op zoek naar voedsel. We komen in een gebied waar gewoon niets te eten is.”

Behalve de ontheemden zullen ook de ruim 855.000 vluchtelingen, die zo snel mogelijk na de terugtrekking van de Servische en Joegoslavische troepen uit Kosovo gerepatrieerd zullen worden, hulp nodig hebben. De vluchtelingen maken het volgens Di Lellio over het algemeen lichamelijk redelijk goed, „maar ze zullen niets hebben om naar terug te keren.”

Schoolspullen
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft de hulporganisaties gevraagd ontheemden en teruggekeerde vluchtelingen niet alleen van voedsel te voorzien, maar ook van kookgerei, babyverzorgingssets, schoolspullen, dekens, kaarsen en materiaal waarmee onderdak kan worden gecreëerd. Er zullen zo'n 15.000 koubestendige tenten naar Kosovo worden gestuurd, voor het geval het niet lukt voor de winter voldoende permanentere opvangcentra op te zetten.

Het WFP en de UNHCR zullen in zeven steden kantoren openen. Dat zijn de hoofdstad Pristina, Pec, Kosovska, Mitrovica, Djakovica, Urosevac en Gnjilane. De UNHCR stuurt in eerste instantie 350 man personeel naar Kosovo.

Hulporganisaties zijn bang dat de vluchtelingen, als een vredesmacht eenmaal is begonnen de plaats van de Joegoslavische en Servische troepen in te nemen, en masse naar Kosovo zullen terugkeren, met voedseltekorten en onbeheersbare toestanden als gevolg en naar wordt gevreesd slachtoffers door mijnen en boobytraps. De UNHCR en het WFP gaan ervan uit dat het overgrote deel van de vluchtelingen binnen drie maanden na de komst van een internationale troepenmacht naar Kosovo is teruggekeerd.

UNHCR-woordvoerster Jennifer Dean zegt dat geprobeerd zal worden vluchtelingen in Albanië en Macedonië voor te lichten over de omstandigheden in Kosovo en attent te maken op het gevaar van landmijnen.

De UNHCR vroeg de internationale gemeenschap gisteren in Genève om 246 miljoen dollar om de hulpoperatie in Kosovo tot het eind van dit jaar te kunnen bekostigen. „Tot eind december zullen we 10 miljoen dollar per week uitgeven”, aldus UNHCR-woordvoerder Kris Janowski.