Buitenland8 juni 1999

Geen strategie van president in confrontatie met NAVO

„Milosevic verdient
geen westerse hulp”

Door drs. B. Belder
BELGRADO – Vorige week nog dacht zijn vrouw Sana met dochtertje Hana Belgrado te verlaten. Voor politieke wetenschapper én analist dr. Ognjen Pribicevic bestond en bestaat die ontsnapping aan de misère van de NAVO-bombardementen niet. Het regime van Slobodan Milosevic verbiedt alle weerbare mannen het Joegoslavische grondgebied te verlaten. Een Servische visie –per telefoon– op het rudimentaire vredesvergelijk over Kosovo van donderdag 3 juni.

„Ik vind het nogal moeilijk om van een capitulatie van Milosevic te spreken”, steekt Pribicevic van wal. „Die interpretatie deel ik niet. Natuurlijk, deze overeenkomst is niet gunstig voor ons. De logische uitkomst van de ongelijke confrontatie tussen een sterke militaire alliantie en een klein land.”

Desalniettemin verschilt het huidige akkoord van de internationale gemeenschap met Belgrado in drie opzichten met het door Milosevic afgewezen plan van Rambouillet (maart 1999), oordeelt hij.

„Het eerste verschil betreft de komst van de NAVO naar Kosovo. Welnu, die was al in Rambouillet voorzien. Punt is dat deze troepenmacht thans onder de vlag van de VN zal gaan opereren. Een bijzonder belangrijke regeling voor ons.

Het tweede onderscheid met Rambouillet is het ontbreken van de optie van een referendum in Kosovo. In de nieuwe documenten vind je die volksraadpleging helemaal niet meer terug! Over de uitslag van zo'n referendum behoeft geen enkele onduidelijkheid te bestaan: onafhankelijkheid. Nu deze bepaling blijkbaar van de baan is, impliceert dat gewoon geen nationale soevereiniteit voor Kosovo.

De derde afwijking van Rambouillet is de voorwaarde van „demilitarisering” van het Bevrijdingsleger van Kosova, het UCK.

Precies deze verschillen geven ons wat moed. Ze betekenen toch een diplomatiek succesje voor de Servische zijde. Voor mij persoonlijk speelt er echter een andere vraag: Waarom moesten zo veel mensen eerst sterven?”

De schuldvraag
Die cruciale vraag naar de uiteindelijke politieke verantwoordelijkheid voor de maandenlange gewapende botsing tussen Belgrado en Brussel (NAVO-hoofdkwartier) gaat Pribicevic allerminst uit de weg. Opmerkelijk moedig, want luttele dagen geleden zei diens echtgenote nog dat haar man gevaar liep. Naar bekend is het hardvochtige socialistische bewind totaal niet gecharmeerd van onafhankelijke, kritische geesten.

„Iemand moet daarvoor de prijs betalen”, vervolgt de commentator onverstoorbaar. „Mogelijk is het prematuur om daar nu al over te praten. Hoe dit ook zij, ik ben er vast van overtuigd dat Milosevic geen strategie had uitgestippeld toen hij deze oorlog ontketende. Hij had mijns inziens geen idee van de directe gevolgen van het uitdagen van de NAVO. Milosevic heeft het gevaar van de NAVO zonder meer enorm onderschat.”

De conclusie ligt voor de hand. „Het begin van een nieuwe story. Zowel een nieuw verhaal voor Servië als voor de NAVO.”

Van doorslaggevend belang is de kwestie: wie precies betaalt de prijs van deze uitputtende luchtoorlog. Daarnaar tast Pribicevic niet in het duister. De Servische pluspuntjes van het nieuwe vredesvoorstel voor Kosovo in vergelijking met Rambouillet wegen niet op tegen het totale resultaat van de krachtmeting met de Atlantische alliantie.

„De vraag naar het voordeel van die strijd blijft intussen recht overeind staan. Was hij werkelijk de moeite, zeg alle eigen verliezen, waard? Hoeveel mensenlevens vergde hij wel niet?! Nogmaals, misschien praat ik voor mijn beurt, is het nog veel te vroeg om een eerste balans op te maken.

Aan de andere kant moeten de recente gebeurtenissen op de Balkan kleine Europese staten als Nederland aan het denken zetten. Ik heb het al eerder gezegd: de NAVO is een monsterachtige organisatie. Zij kán voor elk normaal land een gigantische bedreiging vormen. Dé reden tegelijk voor een urgente reorganisatie van de NAVO.”

Pribicevic zucht een keer diep. „Ik val in herhaling. Vóór de luchtaanvallen van de NAVO was er geen sprake van een humanitaire catastrofe in Kosovo. Absoluut! Beslist waar! Toegegeven, de relatie tussen Serviërs en Albanezen was bar slecht. En het is evenzeer waar dat de Serviërs tal van misdaden bedreven jegens de laatsten. Van een humanitaire catastrofe zoals die zich de afgelopen maanden heeft voltrokken in Kosovo, was evenwel geen sprake.”

Woedend op het Westen
Hoeveel Servische burgers kwamen om het leven door de raketaanvallen van de NAVO? „Enkele duizenden, naar ik vernomen heb. Exacte cijfers over de doden en gewonden aan onze zijde staan overigens niet tot mijn beschikking. Nee, onder de slachtoffers bevonden zich geen kennissen van mij.”

De gesprekken tussen Milosevic en de Finse president Ahtisaari en de speciale gezant van het Russische staatshoofd Jeltsin, Tsjernomirdyn, bieden eindelijk uitzicht op de beëindiging van de NAVO-bombardementen. Geeft dat perspectief al een gevoel van enige opluchting?

„Nou en of! Het positieve resultaat van die onderhandelingen veroorzaakte stellig een soort opluchting. Volkomen begrijpelijk ook. De mensen hier zijn in feite maar van één wens vervuld: vrede. Dát is het essentiële verlangen. Wat wil je als je kijkt naar onze ontberingen, ons lijden van de laatste tijd?”

Welke directe effecten op de Servische volkspsyche sorteerden de westerse bombardementen op het Joegoslavische territorium? Soms wijdverbreide traumatisering? „Traumatisering en een ongelooflijke woede jegens het Westen. Totale teleurstelling over het optreden van westerse landen. Wat koop je voor al hun propagandaverhalen over democratie? Dát is het algemene gevoel onder mijn volk. Ik durf wel te veronderstellen dat deze uiterst negatieve opstelling voor 100 procent van de Serviërs opgaat.”

Zij stoten zich dus enorm aan de officiële aanklacht van het Haagse oorlogstribunaal tegen het eigen staatshoofd, Slobodan Milosevic... „Zonder mankeren! Het volk zal hem nog sterker steunen. Bovendien trekt 100 procent van de Serviërs de politieke onafhankelijkheid van het VN-tribunaal in twijfel. Puur een kwestie van politieke manipulatie, die aanklacht van mevrouw Arbour. Waarom anders daagde zij Milosevic midden in een oorlog voor het hof? Waarom niet ervoor of erna? Nee hoor, uitgerekend midden in een ultiem gevecht met de NAVO. Kijk je er dan nog van op dat onze burgers die aanklacht allesbehalve serieus kunnen nemen?”

Aan de andere kant heeft dr. Pribicevic alle begrip voor de westerse opvatting dat Servië pas na het verdwijnen van het huidige, manifest ondemocratische Milosevic-regime in aanmerking kan komen voor westerse financiële hulp bij de nationale wederopbouw.

„Volkomen begrijpelijk. Het enige goede punt in de westerse opstelling versus ons land. Zonder binnenlandse veranderingen, zonder politieke, economische en culturele openingen, zeg in het algemeen maatschappelijke vrijheid, bestaat er inderdaad geen reden om ons geld te geven. Het regime-Milosevic verdient sowieso geen dollar buitenlandse steun. Slagen wij er daarentegen in ons land te democratiseren, dan presenteren wij jullie zeker de héle rekening!”