NAVO spaart Servië zelfB-52's bestoken doelen in KosovoBELGRADO/BRUSSEL De NAVO heeft de afgelopen weekwisseling voor het eerst sinds 24 maart, toen de campagne tegen Joegoslavië begon, geen luchtaanvallen op Servië uitgevoerd. Wel werden Servische doelen aan de grens tussen Kosovo en Albanië door Amerikaanse B-52-bommenwerpers aangevallen.
De zware bommenwerpers kwamen in actie nabij de grensplaats Morini. In de heuvels nabij de stad steeg gitzwarte rook op na het bombardement en bij de dam in de rivier de Witte Drini, aan de grens, stegen ook rookpluimen op nadat de duidelijk aan de hemel waarneembare bommenwerpers langs waren geweest. Ondanks het afwerpen van zeer zware bommen, die de aarde deden beven, vuurde de Servische artillerie onverdroten voort op de strijders van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), dat zelf met mortieren terugschoot. Het Joegoslavische staatspersbureau Tanjug meldde dat gisterochtend ten minste tien raketten waren afgeschoten op doelen in de buurt van de stad Suva Reka, op zo'n 50 kilometer ten zuidwesten van de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Dertien raketten werden afgevuurd op doelen in de buurt van de eveneens Zuid-Kosovaarse stad Djakovica. Voorts werden NAVO-toestellen gehoord boven Kosovo's tweede stad Prizren, maar daar werden geen inslagen gemeld. Wel troffen volgens Tanjug NAVO-raketten doel bij Decani, 75 kilometer ten westen van Pristina, en bij Gnjilane, 30 kilometer ten oosten van de Kosovaarse hoofdstad. In de middag werden doelen in het Servische Markovic en de Kosovaarse dorpen Zur en Planeja nabij Prizren aangevallen, net als het dorp Rausic nabij Pec eveneens in Kosovo. Bestookt De NAVO meldde vanuit Brussel dat de luchtaanvallen zich tijdens de weekwisseling concentreerden op Servische artillerieposities van waaruit UCK-rebellen nog steeds worden aangevallen. Daarbij ging het vooral om posities in het gebied tussen Djakovica en de Albanese grens. In totaal werden zaterdag op de 74e dag van de NAVO-campagne slechts 431 missies gevlogen, beduidend minder dan een week geleden, toen per 24 uur gemiddeld 700 missies werden uitgevoerd. Ondanks de besprekingen tussen vertegenwoordigers van de NAVO en de Joegoslavische strijdkrachten over de voorwaarden voor de terugtrekking uit Kosovo, bleven Servische eenheden aanvalsacties ondernemen tegen het UCK. Volgens de NAVO was zelfs sprake van een verheviging van die aanvallen. Zaterdagavond werd het Noord-Albanese grensstadje Kruma door Servische artillerie bestookt. Ook in het naburige dorp Nikoliq sloegen granaten in. Volgens woordvoerder Andrea Angeli van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) vielen daarbij zeker één dode en verscheidene gewonden. Het UCK gebruikt het Albanese grensgebied als uitvalsroute voor zijn strijders en als doorvoerhaven voor zijn wapens en andere voorraden. Vluchtelingen NAVO-woordvoerder Jamie Shea in Brussel gaf aan dat er weinig kans is dat besloten zal worden tot een opschorting van de NAVO-aanvallen, omdat de Serviërs hun aanvallen op het UCK duidelijk hebben opgevoerd. Volgens Shea kan het ook nog wel even duren voordat de besprekingen over het terugtrekkingsschema tastbare resultaten opleveren, hoewel hij stelde dat er wel degelijk vooruitgang was geboekt. Wij hebben nog niet gezien dat de Serviërs zich terugtrekken. In tegendeel, zaterdag was de strijd bij de Kosovaars-Albanese grens zeer intensief en werden verscheidene Servische raketten in de richting van Albanië afgeschoten, aldus Shea op zijn dagelijkse persconferentie. Het Albanese leger heeft gisteren rond de 1000 Kosovaarse vluchtelingen en bewoners uit het zaterdag door de Serviërs bestookte Kruma overgebracht naar het 15 kilometer zuidelijker gelegen Kukes, zei OVSE-woorvoerder Angeli. In Kruma zitten volgens de gegevens van Angeli rond de 19.000 mensen oorspronkelijke bewoners, Kosovaarse vluchtelingen en Albanezen uit het grensgebied die voor de Servische beschietingen op de vlucht zijn geslagen. Het leger heeft laten weten eenieder die naar elders in Albanië wil te zullen helpen met de evacuatie. |