Buitenland4 juni 1999


Den Haag biedt
mijnenruimers
en genie aan

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Mijnenruimers, genie en transporteenheden. Dat is het aanbod van Nederland voor een NAVO-vredesmacht voor Kosovo, zo is in defensiekringen in Den Haag vernomen.

Het zou gaan om ongeveer zeshonderd mannen en vrouwen. De eenheden zouden in Kosovo onder Duits commando moeten komen.

Officieel heeft de Nederlandse regering nog geen besluit genomen over de omvang van de Nederlandse deelname aan KFOR, de Kosovo Force die als een implementatiemacht in de toekomst de vrede in Kosovo moet waarborgen. Andere landen als Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS hebben al wel toegezegd hoeveel militairen ze willen leveren.

Volgens plaatsvervangend chef defensiestaf luitenant-generaal A. P. van Baal bevindt het proces van de voorbereiding van KFOR zich nog in de informele fase. De NAVO geeft aan welke en hoeveel eenheden er nodig zijn, waarop de lidstaten kunnen aangeven wat ze willen bijdragen.

De Fransen zegden al 6000 man toe, de Amerikanen 7000. In totaal zal KFOR tussen de 28.000 en 50.000 manschappen omvatten. Van Baal wilde gistermiddag tijdens een briefing op het ministerie van Defensie in Den Haag nog niets zeggen over de te verwachten Nederlandse bijdrage. Zodra de defensiestaf weet wat Nederland kan aanbieden gaat die informatie naar de minister van Defensie, die het in het kabinet bespreekt. Daarna is nog de goedkeuring van de Tweede Kamer nodig.

Beroerd
Uit de woorden van Van Baal viel gistermiddag op te maken dat er in Kosovo behoefte is aan legeronderdelen die het kapotgeschoten land kunnen opbouwen. „Het land is aanzienlijk gebombardeerd, de infrastructuur ziet er beroerd uit.” De landmacht-generaal zei zich voor te kunnen stellen dat er „grote behoefte” is aan bijvoorbeeld pantsergenie om de talloze mijnenvelden in het land te ruimen en vernielde bruggen weer op te bouwen.

Overigens kan de Nederlandse krijgsmacht niet ongelimiteerd mensen en materieel aanbieden. Op dit moment zijn er al 3000 militairen actief op en rond de Balkan. Nog eens duizend soldaten staan in Nederland op reserve, onder andere een mariniersbataljon in Doorn. Volgens Van Baal heb je voor aflossing en opleiding drie keer zoveel mensen nodig. In feite zijn dus al 12.000 mannen en vrouwen „vergeven.” „Maar we hebben nog vliegtuigen, fregatten en troepen genoeg”, aldus Van Baal.

Genisten en mijnenruimers waren destijds ook hard nodig nadat de vrede in Bosnië was gesloten. De gespecialiseerde militairen kwamen handen tekort. In tijden van toenemende bezuinigingen op Defensie waren het overigens de enige onderdelen van de Koninklijke Landmacht die mochten uitbreiden.