Buitenland | 2 juni 1999 |
Belgrado verbitterd over westerse negering eigen zelfonderzoekGestraft worden de Serviërs, niet hijDoor drs. B. Belder De literatuurcritica Gordana Dejanovic, woonachtig in Belgrado, vreest een averechts effect. Van een diepgaande bezinning op de afgelopen oorlogsjaren was in haar vaderland immers reeds lang sprake. En NAVO-bombardementen bevorderen zo'n uiterst pijnlijk proces van nationaal zelfonderzoek bepaald niet. In een gastbijdrage aan de Neue Zürcher Zeitung (editie van gisteren) grijpt Dejanovic terug op een brief van een Tsjech aan een Servische vriendin. Het schrijven dateert van het begin van de NAVO-acties, eind maart dus. Eerlijk erkent de Tsjech de verontwaardiging en het verdriet van de Servische daarover niet te kunnen delen. In het voorbije decennium hebben de Serviërs te veel schuld op zich geladen. Bommen zullen hun nú schuldbesef bijbrengen. Hijzelf verheugt zich er al op straks in een democratisch Belgrado koffie met haar te drinken. Eerst echter dienen de bommen de Serviërs te brengen tot een bewustwording van hun schuld en een kritische verwerking van hun verleden. Dejanovic geeft toe dat deze morele doeleinden niet het officiële standpunt van de NAVO weergeven. Desalniettemin heerst op dit punt brede overeenstemming in het Westen, stelt zij. De bombardering van Servië wordt door velen in het Westen impliciet als een rechtvaardige straf beschouwd. Een straf in elk geval die naar verwachting op Servië een morele en politieke uitwerking zal hebben. Een radicale koerswijziging aan Servische zijde krijgt dan haar beslag. Bommen openen Belgrado de weg naar wederopname in de wereldgemeenschap... Absoluut niet het tegenwoordige perspectief van de Servische bevolking, weerspreekt onze zegsvrouwe. Zij weet zich omringd door gigantische verwoestingen. Voor de burgers blijft geen andere weg open dan die van het redden van het vege lijf. Niets minder dan hun eigen overleven is in het geding. Je kijkt vooruit noch achteruit. Een algemene onzekerheid maakt zich van je meester. Tijd en ruimte schrompelen ineen. De zin van zowel de toekomst als het verleden dreigt je te ontgaan. Je leeft, hoe erg dat ook mag zijn, louter voor jezelf en je dierbaren. Zo ziet het leven in totale machteloosheid er nu eenmaal uit. De verwachting of eis van een koerswijziging in tijden zoals deze is volledig misplaatst. Geen onbekend begrip De literatuurcritica betoogt zelfs het tegenovergestelde! Bijna gelijktijdig met het uitbreken van oorlogen op Joegoslavisch grondgebied polemiseerden Serviërs op heftige wijze over de loop van de gebeurtenissen. Verwerking van het verleden is dus voor Servië geen onbekend begrip. Sterker nog, in geen ander land werd in tijden van verschrikkingen zo veel openlijk tegen deze verschrikkingen gesproken en geschreven als in Servië sinds 1990. En dat houdt zelfs nu niet eens op. Ten bewijze citeert Dejanovic uit de jongste uitgave van het tijdschrift Republika: Morele veroordeling van slechts één vorm van geweld wordt hypocriet wanneer zij andere verschijningen van geweld over het hoofd ziet. Wie vandaag niet in staat is het lijden van het Albanese volk van Kosovo waar te nemen, voor diegene telt evenmin het lijden van de Serviërs. Geen publieke discussie over Serviës roemloze oorlogsverleden sinds de val van Joegoslavië? Het tegendeel is waar, corrigeert Dejanovic met een vloed aan documentatie. En alle netelige onderwerpen kwamen aan de orde. De mythologisering en politieke instrumentalisering van de eigen geschiedenis bij het bewust veroorzaken van conflicten bijvoorbeeld, idem de oorlogsmisdaden, de taal van de etnische haat, het verval van de Servische samenleving als gevolg van het oorlogsbeleid van Belgrado buiten het eigen territoir, het falen van de Servische oppositie, het geweld in het dagelijks leven, de Kosovo-kwestie... Vertegenwoordigers van tal van disciplines namen aan dit debat deel; sociologen, historici, publicisten, schrijvers, filosofen, juristen, media-onderzoekers, taalkundigen, journalisten. Geen filosoof Toen de bommen op Joegoslavië begonnen te vallen, merkte haar moeder bitter op: Wat wij ook doen, ze zullen ons sowieso bombarderen. Waar zijn nu jouw filosofen? Onder de laatste groep verstond de vrouw 's lands intellectuele dissidenten. Is de moeder van de antropologe soms een slachtoffer van de staatspropaganda? Absoluut niet! Zij veracht in werkelijkheid Milosevic' politiek. Voor haar zijn de Servische intellectuele dissidenten geen verraders. Lieden die de NAVO-luchtaanvallen over het vaderland hebben afgeroepen, zoals de staatsmedia voorliegen. Evenzeer aanvaardt deze vrouw de zware oorlogsschuld die haar volk de voorbije tien jaren op zich heeft geladen. Zij zou echter eindelijk graag eens iemand zien die in staat was de problemen op te lossen. Problemen die als het ware onder haar nagels branden. Ze heeft thans veeleer dringend behoefte aan een politieke dan een 'filosofische' volksvertegenwoordiger. Iemand die aan alle ellende een eind zou kunnen maken, aan het regime-Milosevic, de oorlogen, de bommen. Conclusie van Gordana Dejanovic: Waaraan het Servië vandaag de dag ontbreekt, is derhalve niet een volledige verwerking van het verleden, maar juist een duidelijk politiek gebruik ervan. Waarom het Westen het recente Servische zelfonderzoek grosso modo negeerde voor de geijkte voorstelling van een nationalistisch volk, van door mythen bezeten extremisten, weet zij niet. Een ander historisch verband ziet zij wel heel scherp. En dat ontleedt de Servische 'taalchirurg' op snijdende toon. Een politieke incisie die het Westen dezer dagen tot nadenken moet stemmen. Zichtbaar is alleen dat degene die het verleden en het heden zo gestalte heeft gegeven dat we ermee in het reine moeten komen, door het Westen uiteindelijk altijd verschoond is, zelfs nog beloond werd. Gestraft worden de Serviërs, niet hij. Allesbehalve een aansporing voor het Servische volk om het jongste verleden met open vizier onder ogen te zien. |