Hevige beschietingen teisteren
grensgebied in Albanië

MORINI – De inwoners van Albanese dorpen aan de grens met Kosovo zijn gisteren op de vlucht geslagen nadat het Joegoslavische leger hevige beschietingen had uitgevoerd op rebellen van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK). Ook de Kosovaarse vluchtelingen hebben de grensstreek verlaten.

Onder meer het politiebureau van de grensplaats Morini liep schade op door de Servische raket- en mortierbeschietingen, meldde de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Tirana. Over slachtoffers was niets bekend.

De NAVO voerde gisteren bombardementen uit op Servische stellingen in het grensgebied. Daarbij trof de alliantie een aantal bunkers van het Albanese regeringsleger, enkele honderden meters landinwaarts in Albanië. De NAVO-raketten sloegen in op zo'n 100 meter van een tiental westerse journalisten die juist de schade van eerdere bombardementen wilden vastleggen. In de nacht van maandag op dinsdag zou de NAVO al vier Albanese verdedigingsstellingen hebben verwoest, maar slachtoffers zouden er niet zijn gevallen.

Een zegsman bij de NAVO in Brussel die anonimiteit bedong gaf de vergissing toe. Hij zei dat het bondgenootschap van de recente felle gevechten tussen Servische strijdkrachten en het UCK wilde profiteren om Servische stellingen aan te vallen. Tijdens een van die acties in het grensgebied „schijnt een aantal wapens op Albanees grondgebied nabij Morina te zijn gevallen.” De alliantie voert de aanvallen in het grensgebied onder meer uit met laagvliegende A-10-toestellen.

Tientallen Albanese dorpelingen en ontheemden uit Kosovo vluchtten wegens de mortier- en raketbeschietingen te voet weg uit de dorpjes bij de Kosovaarse grens. Ze zochten hun heil in het 25 kilometer zuidelijker gelegen Kukes, dat al overvol zit met Kosovaren. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR wil bijna 30.000 Kosovaren die in opvangkampen in Kukes zitten overplaatsen naar kampen die zuidelijker liggen. Het kamp in Kukes ligt binnen het bereik van het Servische leger.

Hulpverleners vrezen dat het door de beschietingen in de grensstreek moeilijk wordt om uit Kosovo weg te vluchten. De voornaamste vluchtroute voor Kosovaren die aan de etnische zuiveringen willen ontkomen loopt langs Morini, dat nu midden in de vuurlinie ligt.