Buitenland2 juni 1999

NAVO beducht voor trucs van Milosevic

Ahtisaari met eisen
G-8 op pad gestuurd

BONN/BELGRADO – Als EU-gezant Ahtisaari en de Russische bemiddelaar Tsjernomyrdin er vandaag uitkomen en gezamenlijk naar Belgrado reizen, breekt een beslissende fase aan in de Kosovo-oorlog. Want de Joegoslavische president Milosevic lijkt na ruim zeventig dagen van NAVO-bombardementen in te binden.

De internationale bemiddelaars werden het gisteravond laat op de Petersberg bij Bonn zo goed als eens over hun gemeenschappelijke diplomatieke offensief. Voor de laatste details trokken zij vanochtend nog tijd uit. Daarom bleef het tijdstip dat zij daadwerkelijk naar Belgrado vertrekken nog onduidelijk. Oorspronkelijk zouden ze om 08.00 uur vanochtend het vliegtuig nemen.

De Duitse bondskanselier Schröder bracht gisteravond het goede nieuws over de vooruitgang in de gesprekken tussen de internationale bemiddelaars naar buiten. Hij kondigde ook aan dat Ahtisaari en Tsjernomyrdin vandaag samen naar Belgrado zouden vertrekken.

„Maar er is nog geen reden tot euforie”, waarschuwde de bondskanselier. Bij het overleg was ook de Amerikaanse onderhandelaar Talbott aanwezig. Duitsland is momenteel voorzitter van de EU.

Ahtisaari zei dat lange besprekingen nodig zijn geweest om de posities van de Russen, Europeanen en Amerikanen op elkaar af te stemmen. „Het venijn zit hem in de details, maar daar laten wij ons niet door afschrikken.” De Finse president had gezegd alleen naar Belgrado te reizen als er reële vooruitzichten op een succesvolle missie zou zijn.

Een verklaring uit Peking vandaag bedierf in enige mate de optimistische sfeer. Daar waren de Chinese en de Russische minister van Buitenlandse Zaken bijeen. Tang Jiaxuan en Ivanov riepen de NAVO op tot een onmiddellijk einde aan de luchtacties van de NAVO. Dat beschouwen zij als een dwingende voorwaarde voor een adequate regeling van de crisis rond Kosovo.

Belangrijkste punten
Het eisenpakket waarmee Ahtisaari en Tsjernomyrdin mogelijk vertrekken is gebaseerd op de voorwaarden die de G-8, de zeven rijkste industrielanden plus Rusland, aan Milosevic hebben gesteld.

Belangrijkste punten zijn de terugtrekking van alle Servische troepen uit Kosovo, de terugkeer van de Albanese vluchtelingen naar Kosovo en de stationering van een internationale vredesmacht in de provincie. De NAVO schat dat zich nog 40.000 Servische militairen in Kosovo bevinden.

Ahtisaari zei dat Belgrado nu een duidelijke stap naar de vrede moet zetten. De bijzonderheden van een vredesakkoord zijn al op tafel gelegd, door de EU, de G-8 en de NAVO, met goedkeuring van de VN-secretaris-generaal Annan.

Belgrado bevestigde gisteren in een brief dat het de uitgangspunten van de G-8 aanvaardt. In Europa en de VS is met scepsis op de brief gereageerd. De westerse landen vinden hem te vaag en eisen concrete stappen van de Serviërs.

Belgrado schrijft de aanwezigheid en een mandaat van de Verenigde Naties in Kosovo te aanvaarden, alsmede „andere zaken die nog moeten worden vastgelegd in een resolutie van de Veiligheidsraad.”

Zonder verder uit te weiden, eist de opsteller van de brief, minister van Buitenlandse Zaken Jovanovic, de onmiddellijke stopzetting van de NAVO-acties. „Dat is noodzakelijk om tot een succesvolle oplossing te komen en zich te kunnen concentreren op een politieke agenda.” Verder is de brief één aanklacht tegen de NAVO-acties die aan duizenden mensen het leven zouden hebben gekost, „terwijl Joegoslavië en andere landen zich inspannen voor de vrede.”

Afleidingsmanoeuvre
De Britse minister van Defensie Robertson waarschuwde dat het aanbod van Belgrado een afleidingsmanoeuvre kan zijn. Ook Parijs meent dat er concrete toezeggingen moeten volgen, wil de diplomatie een kans krijgen.

In Washington hamerde de Amerikaanse minister van Defensie William Cohen er opnieuw op dat de NAVO niet bereid is tot enig compromis met betrekking tot haar hoofdeis, dat het bondgenootschap „de kern” moet vormen van iedere vredesmacht die in Kosovo wordt gestationeerd. „Dat betekent dat er een bevels- en controlestructuur moet zijn die van de NAVO is”, aldus Cohen.

Minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright zei na afloop van een onderhoud met haar Italiaanse collega Lamberto Dini dat beide landen achter deze doelstellingen staan –die van Cohen– en niet met minder genoegen nemen. Dini beaamde dit en zei dat Italië niet voorstelt een pauze in de NAVO-campagne in te lassen, zoals door Milosevic is geëist.

„We kunnen nu niet vallen voor onderhandelingstrucs”, zei Dini. Albright zei dat Milosevic de principes van de G-8 had aanvaard, maar niet de voorwaarden van de NAVO.