Buitenland1 juni 1999

Beschietingen tussen UCK en Serviërs

Grensgebied Albanië
en Kosovo gevaarlijker

Van onze buitenlandredactie
KUKES – Het Joegoslavische leger heeft gisteren hevige beschietingen uitgevoerd op guerrillastrijders van het bevrijdingsleger van Kosova (UCK) langs de grens met Albanië. Tegelijkertijd voerden Amerikaanse A-10-straaljagers aanvallen uit op Servische stellingen in de bergen. De NAVO maakte het grootste aantal vluchten in het grensgebied van Morini tot nu toe, en raakte bijna een Servische grenspost.

Verslaggevers konden zien hoe de Serviërs met luchtafweergeschut en van de schouders af te vuren raketten probeerden de straaljagers uit de lucht te halen. Aangezien de Verenigde Staten nog niet hebben besloten de Apache-helikopter tegen tanks in te zetten, is de relatief laag vliegende A-10 tot op heden het meest effectieve wapen tegen de Servische tanks en het Servische luchtafweergeschut.

Het UCK vervoerde een onbekend aantal UCK-strijders naar het ziekenhuis van het Albanese Kukes. Journalisten kregen van zwaarbewapende UCK-leden die zich in de deuropening hadden opgesteld, geen toestemming het hospitaal, een staatsziekenhuis, te betreden.

Woordvoerder Rupert Colville van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zei dat de veiligheid in het grensgebied tussen Albanië en Kosovo ernstig is verslechterd. Pogingen van het UCK om een nieuwe bevoorradingscorridor in Kosovo te openen worden vrijwel dagelijks door het Joegoslavische leger beantwoord met zware beschietingen.

In de vallei rond Morini klonken geweerschoten terwijl vluchtelingen zich er een weg doorheen baanden. Colville noemde het „uiterst zorgwekkend” dat de vluchtelingen 5 tot 6 kilometer door het strijdgebied moesten lopen. Enkelen deden het relaas van een nieuw bloedbad, dit keer in Drenica, in Centraal-Kosovo. De Servische politie zou vorige week woensdag in dit bekende UCK-bolwerk vreselijk hebben huisgehouden: de politietroepen vielen huizen binnen, staken ze in brand, schoten bewoners neer en gelastten de overlevenden de benen te nemen naar Albanië. Een man die zichzelf slechts identificeerde als Ejup zei dat de politie de Albanese Kosovaren had beroofd, vermoord en vervolgens op de vlucht gejaagd.

Door de gevechten heeft het UNHCR zich moeten terugtrekken uit de grenspost bij Morini, waarlangs veel vluchtelingen uit Kosovo hun weg naar Albanië zochten. Albanese dorpelingen uit het nabijgelegen Kruma, waar ook veel UCK-strijders zitten, hebben hun huizen verlaten. Colville zei dat de hele grensstreek in toenemende mate wordt gemilitariseerd. De hulpverleners voorzien nu zo'n 8300 Albanese vluchtelingen van voedsel en proberen de Kosovaarse vluchtelingen rond Kukes te bewegen om naar Zuid-Albanië te vertrekken, waar veiliger vluchtelingenkampen zijn.

De NAVO, die ook hulp verleent aan de vluchtelingen, is niet van plan haar aanwezigheid in het gebied te versterken. NAVO-woordvoerder Helge Eriksen zei dat de vluchtelingen alleen bescherming kan worden geboden door ze naar het zuiden over te brengen. Het aantal vluchtelingen bij Kukes is inmiddels gedaald tot 30.000 en er vertrekken er zo'n 2000 per dag. Van de 422.000 vluchtelingen in Albanië zitten er volgens het UNHCR nu 330.000 in kampen en huizen op veilige afstand van de grens.

Het UCK is volgens het Amerikaanse ministerie van Defensie sinds het begin van de NAVO-aanvallen op 24 maart verdriedubbeld, van 5000 tot 15.000 à 17.000 man. Hoewel Kosovo naar schatting 40.000 man van het Joegoslavische leger en politie telt, boeken de UCK-strijders volgens de Verenigde Staten toch succes bij aanvallen op eenheden die door luchtaanvallen van de NAVO in het nauw zijn gedreven. Volgens westerse militaire waarnemers zijn de UCK-strijders weliswaar goed gemotiveerd, maar slecht getraind, slecht georganiseerd en te licht bewapend.

De NAVO houdt staande dat het UCK geen bondgenoot is in de strijd tegen de Servische eenheden in Kosovo. Het UCK heeft echter net als de NAVO als voornaamste doel de verdrijving en uitschakeling van de Servische troepen. De Albanese regering ontkent officieel dat zij het UCK op enige manier steunt.

Voedseldroppings
Bij een luchtaanval van de NAVO op de Joegoslavische stad Novi Pazar, op 200 kilometer ten zuiden van Belgrado, vielen gisteren tien doden en zeker twintig gewonden, meldde de Servische televisie. De NAVO vuurde zeker 20 raketten af bij deze aanval, waarbij de lokale zendinstallatie het doelwit was, maar een flatgebouw werd getroffen. Het bericht kon niet door andere bronnen worden bevestigd. De zendinstallatie ligt in de buurt van een kinderziekenhuis en een busstation, zei de staatstelevisie. In het bericht werd verder niet uitgeweid over de schade.

NAVO-woordvoerder Jamie Shea zei gisteren dat bommenwerpers aanvallen hadden uitgevoerd op een munitiedepot en een kazerne van het Joegoslavische leger in Surdulica en dat hij niet over bewijzen beschikte dat het sanatoriumcomplex zou zijn geraakt. De zaak zal echter worden onderzocht, aldus Shea, maar hij zei dat de militaire doelen in Surdulica nauwkeurig zouden zijn getroffen.

De NAVO maakte gisteren een begin met de stationering van een contingent F-15's en F-16's op Turkse luchtmachtbases. Volgens het persbureau Anatolia arriveerden gisteren de eerste Amerikaanse gevechtsvliegtuigen op de vliegbasis Balikesir. In totaal moeten er op twee Turkse bases 54 NAVO-gevechtstoestellen worden gestationeerd. Op een derde, nog geheime luchtmachtbasis zullen bovendien ondersteunende vracht- en tanktoestellen worden gelegerd.

De vliegtuigen zullen via het Bulgaarse luchtruim naar Joegoslavië vliegen. De kortere route, over Griekenland, is niet beschikbaar omdat NAVO-lidstaat Griekenland zijn luchtruim niet wil openstellen voor aanvalsmissies tegen het eveneens orthodoxe Joegoslavië. Bulgarije, dat het NAVO-lidmaatschap nastreeft, was daartoe wel bereid.

De opperbevelhebber van de alliantie in Europa, generaal Wesley Clark, verklaarde gisteren in een artikel in de Franse krant Le Figaro dat het Servische leger steeds meer uiteenvalt. Volgens Clark hebben de NAVO-aanvallen de „ooit zo goed uitgeruste, efficiente en sterke” strijdkrachten van Joegoslavische president Slobodan Milosevic ongevormd tot een „mozaïek van individuelen die minder goed in staat zijn hun wrede missie ten uitvoer te brengen.” Volgens Clark realiseren de Servische soldaten zich goed dat ze aan het kortste eind zullen trekken.

De NAVO heeft nog steeds geen verzoek gekregen de bombardementen boven Kosovo voor korte tijd op te schorten om voedseldroppings mogelijk te maken. Inmiddels maakt wel een tweede, Amerikaanse, organisatie zich op voor humanitaire hulpverlening vanuit de lucht.

Volgens NAVO-bronnen in Brussel treft naast de Russisch-Zwitsers-Griekse organisatie Fokus ook het International Rescue Committee (IRC) zich op voedsel en andere hulpgoederen boven Kosovo af te werpen voor ontheemde vluchtelingen in de bergen. Net als Fokus wil de Amerikaanse hulporganisatie gebruikmaken van Russische Iljoesin-transporttoestellen. Maar waar Fokus opereert vanuit de Bulgaarse hoofdstad Sofia, zal het IRC waarschijnlijk vanaf een Italiaanse luchthaven vliegen.

De NAVO ontkende vandaag in de nacht van zondag op maandag een sanatorium in Surdulica te hebben gebombardeerd. Bij het incident kwamen ten minste twintig mensen om het leven, zei Belgrado. Volgens kolonel Freytag, woordvoerder van opperbevelhebber Clark van de NAVO in Europa, hebben de geallieerde vliegtuigen een kazerne en een munitiefabriek aangevallen niet ver van Surdulica. Deze twee waren „legitieme militaire doelen die al eerder waren aangevallen.” „Alle projectielen hebben hun doelen getroffen”, zei Freytag. „De NAVO kan de Servische meldingen over slachtoffers of niet-bedoelde schade in Surdulica” niet bevestigen.