Buitenland28 mei 1999

Van Boven: Positie Milosevic verzwakt

MAASTRICHT – De positie van president Milosevic zal aanzienlijk verzwakken door de aanklacht van het Joegoslavië-tribunaal. Dat verwacht prof. mr. Th. van Boven, hoogleraar internationaal recht van de universiteit van Maastricht.

De verzwakking van Milosevic' positie geldt in elk geval internationaal, meent Van Boven. „Ik weet niet hoe dat in zijn eigen land zal uitwerken, maar misschien schuift men ook daar nu wel meer geloofwaardige figuren naar voren om het vredesproces op gang te brengen.” De Maastrichtse hoogleraar ziet de Verenigde Naties nog niet onderhandelen over het vredesproces met iemand die door het tribunaal, „een VN-organisatie immers”, is aangeklaagd.

De speciale ambassadeur inzake oorlogsmisdaden, David Scheffer, zei vorige week in Den Haag dat er niets is in het internationale recht dat onderhandelingen met een wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde persoon principieel zou verbieden. Formeel klopt dat, aldus Van Boven. „En in zo'n conflict als dat rond Kosovo kan niemand schone handen houden, ook de VN niet. Maar voor de VN, die toch bepaalde beginselen moet verdedigen, kan Milosevic als onderhandelingspartner niet meer acceptabel zijn”, vindt Van Boven.

Hoofdaanklaagster Louise Arbour klaagde in het verleden meermalen over gebrek aan medewerking van geheime diensten van Amerika en andere landen om haar materiaal ter beschikking te stellen op grond waarvan ze een aanklacht zou kunnen indienen. „Het is heel goed mogelijk dat die diensten nu wel dat materiaal ter beschikking hebben gesteld; misschien omdat Amerika en andere landen denken dat ze Milosevic niet meer per se nodig hebben bij de vredesonderhandelingen”, aldus Van Boven, die er nog op wijst dat toen de voormalige Bosnisch-Servische leiders Karadzic en Mladic publiekelijk werden aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en volkerenmoord, zij van het tapijt verdwenen als onderhandelaars over het vredesproces in Bosnië.