Buitenland26 mei 1999

Premier op bezoek in Macedonië

Kok pleit opnieuw voor
pauze bombardementen

CEGRANE – Premier Kok heeft gisteren tijdens een officieel bezoek aan Macedonië opnieuw gepleit voor een pauze in de NAVO-bombardementen op Joegoslavië. Nederland voelde hier tot voor kort weinig voor, maar inmiddels is het (demissionaire) kabinet om.

De premier zei tijdens een bezoek aan het vluchtelingenkamp Cegrane in de buurt van de Macedonische hoofdstad Skopje: „Zo'n pauze kan net de beslissende fase betekenen om tot een eindakkoord te komen. Het kan de weg effenen naar een politiek akkoord met Servië, mits er zekerheid is over een resolutie van de VN-Veiligheidsraad.”

Kok, zijn vrouw Rita, ambassadeur Heijnen en Nederlands hoogste militair, chef-defensiestaf admiraal Kroon, brachten in Macedonië een bezoek aan het kamp Cegrane, waar een kleine 40.000 Kosovaarse vluchtelingen verblijven. Voor de premier is het het eerste bezoek aan de Balkan sinds het begin van de NAVO-luchtacties tegen Joegoslavië, nu ruim twee maanden geleden.

Toen het Nederlandse gezelschap in een helikopter van het Duitse leger bij Cegrane landde, werden de voetballende kinderen door de luchtverplaatsing van de propellers hun stoffige veldje afgeblazen. Toch stonden ze massaal te klappen toen de hoge Nederlandse gast uitstapte. „NATO, NATO” was het eerste wat Kok uit honderden Kosovaarse kinderkeeltjes hoorde.

Geen maximum
De premier noemde dat eerbetoon later „onterecht”. „Deze mensen zijn de helden van de strijd. Wij proberen alleen maar te helpen.” Hij gaf daar meer invulling aan door toe te zeggen dat Nederland eventueel bereid is meer vluchtelingen op te nemen dan de beloofde 4000. „Dat is onze voorlopige bijdrage, maar we mogen nooit een maximum stellen. We moeten de bereidheid tonen meer te doen, meer mensen op te nemen.”

Het gezelschap toog daarna verder voor een bezoek aan de Nederlandse militairen in de buurt van Tetovo, vlak bij de grens met Kosovo. Daar zijn de Gele Rijders en een eenheid Mortier Opsporingsradarbatterij gelegerd die het grensgebied tussen Macedonië en Kosovo bewaken. De helikopter was nog niet geland of met veel kabaal lanceerde de Duitse eenheid een onbemand verkenningsvliegtuig voor een tocht boven Kosovo.

Kok en zijn vrouw vliegen vandaag naar Albanië, waar ze een bezoek brengen aan een vluchtelingenkamp en aan Nederlandse militairen in de havenstad Dürres. In Tirana spreekt de premier met president Meidani en met premier Majko. De Haagse perikelen laat hij daarmee twee dagen achter zich. Voor de premier staan die niet in verhouding tot het leed van de ruim 900.000 Kosovo-Albanese vluchtelingen. „De Nederlandse politiek is ontzettend belangrijk, maar ik sta nu hier”, zei hij te midden van de vluchtelingen in Cegrane.