VN-team neemt
oorlogsschade op

KRAGUJEVAC – Carrosserieën hangen in de takels. In het dak zitten enorme gaten. Aan de muren hangen stalen platen te klapperen in de wind. De plaatmakerij ligt in puin.

Niet verwonderlijk dat de Joegoslavische autoriteiten het VN-inspectieteam graag de overblijfselen van de door NAVO-bombardementen getroffen 140 jaar oude Zastavafabriek in Kragujevac willen laten zien. De 36.000 werknemers van de fabriek zijn werkeloos geworden en de plaatselijke economie is vernietigd.

De fabriek in Kragujevac was een van de eerste plekken die het VN-team bezocht. De taak van het team is de omvang van de humanitaire crisis die door de oorlog wordt veroorzaakt, vast te stellen. De leider van het team, Sergio Viera de Mello, noemde de vernietiging van de Zastavafabriek, waar personen- en vrachtauto's, auto-onderdelen, landbouwmachines en lichte wapens werden gemaakt, een „economische en sociale ramp.”

Boze inwoners van Kragujevac die voor de fabriek staan, slingeren de leden van het team de nodige verwensingen naar het hoofd. Volgens de directie van Zastava werd de fabriek begin april in 2 dagen tijd door twintig raketten getroffen. De schade bedraagt meer dan 2 miljoen gulden, zegt Zastava-onderdirecteur Drajan Srejovic.

Bij de bombardementen vielen geen doden, maar wel raakten volgens de directie 124 mensen gewond, van wie 24 ernstig. De NAVO zegt Zastava te hebben bestookt om de munitiefabriek te treffen. Tijdens een eerdere ontmoeting met de burgemeester van Kragujevac zei De Mello dat zijn team probeert vast te stellen wat er moet gebeuren om de belangrijkste voorzieningen voor de winter te herstellen, „teneinde het lijden als gevolg van deze conflicten te beperken.”