Kantoor aangevallen
BELGRADO – Onbekenden hebben gisteren in het centrum van de Joegoslavische hoofdstad Belgrado het kantoor van de oppositionele Democratische Partij aangevallen. Ramen werden ingegooid en de buitenmuur raakte beschadigd, zo meldde de persvoorlichting van de partij. Dit is een overduidelijk voorbeeld van de politieke afrekening met de oppositie in Servië, zo verklaarde de partij. Het is de tweede aanslag binnen 10 dagen op het hoofdkantoor van de partij. Op een muur in de villa werd met rode verf geschreven: „Dit is ook jullie bloed.”

Krijgsgevangenen
ROESZKE – De twee Servische krijgsgevangenen van het Amerikaanse leger zijn gisteren in een koude motregen overgedragen aan de Joegoslavische autoriteiten bij de Joegoslavisch-Hongaarse grens. Dat heeft het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) bekendgemaakt. De Amerikaanse ambassadeur in Hongarije, Peter Tufo, zei dat de Serviërs Boban Milen Kovic en Sesko Tairovic goed zijn behandeld. Volgens het ICRC wilden ze graag naar huis, maar is niet uitgesloten dat ze weer naar het oorlogsfront gestuurd zullen worden ondanks dat de Geneefse Conventie dat verbiedt.

Geen sigaretten
KINGSTON – Het Canadese Rode Kruis weigert Kosovaarse vluchtelingen te helpen bij de bevrediging van hun rookzucht. Hoewel 98 procent van de volwassen Kosovaren die zijn ondergebracht op een militaire basis in de provincie Ontario rookt, helpt de organisatie hun uit principe niet aan sigaretten. Dit gaat in tegen haar werk voor de verbetering van de algemene gezondheid.

Dienstplichtontduiker
PODGORICA – Het Joegoslavische leger in Montenegro heeft gisteren een Montenegrijn gearresteerd die een dienstoproep had geweigerd en vijf mannen teruggestuurd die naar Bosnië wilden gaan, zo hebben de media gisteren gemeld. Tien militairen voerden de geboeide Zivko Savovic af, die zei te weigeren voor de Joegoslavische president, Slobodan Milosevic, oorlog te voeren, zo meldde het persbureau Montena-fax. De Montenegrijnse staatsradio waarschuwde mannen van dienstplichtige leeftijd gisteren niet per bus naar het buurland Bosnië te gaan omdat zij de grens niet over mogen.

Bewijzen uitwissen
BRUSSEL – De NAVO beschikt over aanwijzingen dat Servische eenheden in Kosovo bewijzen van oorlogsmisdaden proberen uit te wissen, onder andere door massagraven leeg te halen. „Er zijn nu aanwijzingen dat de autoriteiten in Belgrado het internationale oorlogsmisdadentribunaal serieus nemen”, zei NAVO-woordvoerder Jamie Shea gisteren. Hij zei dat de NAVO over meldingen beschikt dat de Serviërs massagraven bij Glogovac en Lipljan hebben laten leeghalen. Dorpsbewoners werden gedwongen de lijken in afzonderlijke graven te herbegraven.

Aanpak dissidenten
PEKING – Gesterkt door de nationalistische demonstraties na de abusievelijke NAVO-beschieting van de Chinese ambassade in Belgrado, pogen de communistische leiders van China de volkswoede in stelling te brengen tegen in ballingschap levende dissidenten die hebben opgeroepen tot politieke veranderingen. In twee scherp gestelde hoofdartikelen in partijkranten werden de in de VS wonende dissidenten als onvaderlandslievend veroordeeld omdat zij twijfels hadden geuit over de spontaniteit van de anti-Amerikaanse demonstraties die de afgelopen week in veel Chinese steden werden gehouden.

Auto-ongeluk
BELGRADO – Twee leden van een delegatie van de Verenigde Naties die van plan is een bezoek aan Kosovo te brengen, zijn bij een auto-ongeluk buiten Belgrado gewond geraakt en zullen hun reis voorlopig niet kunnen vervolgen. Het ongeluk had gisteren plaats bij Zrenjanin, even ten noorden van Belgrado. Ooggetuigen zeiden dat een tegenligger de chauffeur van het VN-voertuig had gedwongen op de rem te gaan staan, waarna het voertuig slipte en ondersteboven in een sloot belandde. De twee VN-leden, die niet werden geïdentificeerd, ondergingen spoedoperaties in een ziekenhuis in Belgrado.

Doorvoer brandstof
BANJA LUKA – De stabilisatiemacht in Bosnië (SFOR) heeft gisteren met de lokale autoriteiten een akkoord gesloten dat de doorvoer van brandstof naar Joegoslavië moet beletten. De SFOR-commandant in Bosnië-Herzegovina, de Amerikaanse generaal Montgomery Meigs, tekende in Banja Luka een overeenkomst met de regering van de Bosnische Serviërs, die de distributie van petroleum van de raffinaderij van Bosanski Brod in handen legt van de SFOR. Aan de andere kant zorgt het akkoord er volgens Meigs voor dat de Bosnische Serviërs niet verstoken blijven van brandstof.