Buitenland19 mei 1999

Geen milieuschade
door luchtaanvallen

NEW YORK – Ondanks Joegoslavische beweringen dat de NAVO-aanvallen een milieuramp veroorzaken, hebben deskundigen van de Verenigde Naties en milieuorganisaties hiervoor geen bewijzen gevonden.

Niettemin waren de deelnemers aan een milieuconferentie gisteren in New York het erover eens dat er dringend behoefte is aan meer metingen en preventieve controle.

Een medewerker van het VN-Milieuprogramma die deze week Joegoslavië bezoekt in het kader van een humanitaire missie, zal speciale aandacht aan de milieuproblemen besteden die in Joegoslavië door de oorlogvoering kunnen ontstaan.

Joegoslavië verzocht om een milieuonderzoek nadat het had gewaarschuwd dat de luchtaanvallen op chemische fabrieken en olieraffinaderijen de levens van miljoenen Joegoslavische burgers bedreigen. Ook de buurlanden van Joegoslavië zouden gevaar lopen. De Joegoslavische minister van buitenlandse zaken, Zivadin Jovanovic, stuurde secretaris-generaal Kofi Annan op 21 april een brief waarin hij zei dat er grote hoeveelheden gifgas waren vrijgekomen, waardoor duizenden mensen ziek waren geraakt. Ook zei hij dat een 15 kilometer lange olievlek in de Donau de flora en fauna van deze rivier en de Zwarte Zee bedreigde.

De conferentiedeelnemers constateerden echter dat er geen sprake is van noemenswaardige waterverontreiniging of milieuschade in Joegoslavië en Kosovo door de oorlog. De constatering was gebaseerd op inlichtingen van deelnemers en landen aan de Donau en de Zwarte Zee.

De conferentie was georganiseerd door de VN en werd gesteund door de Internationale Commissie ter Bescherming van de Donau.