Buitenland15 mei 1999

Impasse Kosovo-resoluties duurt voort

NEW YORK – De Verenigde Staten en China hebben gisteren tevergeefs geprobeerd toenadering te zoeken over een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de NAVO-aanval op de Chinese ambassade in Belgrado. Ook over een resolutie over de humanitaire situatie in Kosovo zijn politieke problemen ontstaan.

De impasse, die nu een week duurt, toont aan dat een vredesplan voor Kosovo nog lang geen werkelijkheid is en dat de problemen juist verergerd zijn door het NAVO-bommen op de Chinese ambassade. Als permanent lid van de Veiligheidsraad heeft China vetorecht en Peking heeft gezegd niet eens in de Veiligheidsraad te willen discussiëren over een vredesplan zolang de NAVO niet stopt met de bombardementen op Joegoslavië.

De resolutie die China wil laten aannemen in de Veiligheidsraad „veroordeelde” in eerste instantie de NAVO-aanval op de ambassade. China heeft de formulering donderdag veranderd van „veroordelen” in „bezorgdheid uiten” of „betreuren”, aldus een Amerikaanse functionaris, terwijl Washington de eis liet vallen dat de resolutie verklaart dat de NAVO-aanval een vergissing was.

De Chinese VN-ambassadeur Qin Huasan zei dat de nieuwe versie van China het laatste Chinese bod was. China eist bovendien dat de resolutie over het bombardement wordt aangenomen vóór de humanitaire resolutie. Die resolutie is al op 29 april officieel ingediend door Gambia namens de Beweging van Niet-gebonden landen, nadat de leden van de Veiligheidsraad Bahrein en Maleisië eerder al om aandacht hadden gevraagd voor hun moslimbroeders in Kosovo.