Buitenland14 mei 1999

Deelnemers aan de vredesconferentie in Den Haag hebben ieder eigen motivatie

„Oorlog is makkelijk, vrede is moeilijk”

Door A. Karels
DEN HAAG – Strijd in Afrika, conflicten in Azië, oorlog in Europa, de twintigste eeuw is de bloedigste uit de geschiedenis. Ondanks dat, of juist daarom is er deze week een vredesconferentie in Den Haag. Het Congresgebouw biedt een levendige aanblik. Een bonte mengelmoes van traditionele drachten wekt de indruk dat alle nationaliteiten van de wereld er zijn vertegenwoordigd.

Terwijl voor het eerst sinds decennia een oorlog op Europees grondgebied woedt, probeert de Haagse conferentie de wereldopinie tegen oorlog in te nemen. Spandoeken en posters met hoopvolle kreten geven uiting aan grote vastberadenheid. Het alternatief ogende publiek geeft het gebeuren echter een belegen karakter. Beelden uit de jaren zestig en zeventig zweven spontaan voor ogen. De geschiedenis herhaalt zich, niet alleen op het slagveld maar ook op vredesmanifestaties.

Buiten, voor het congrescentrum staat een aftandse bus, visueel opgetuigd met kretologie als ”Voor moeder aarde”. Een jongeman gekleed in een T-shirt met ”Nie wieder Krieg” komt naar buiten. Hij vindt dat er wel degelijk een groot verschil is met de vredesbeweging van de jaren zestig. „Inderdaad, ons optimisme is niet in verhouding met de realiteit. Een veelvoud van het aantal mensen dat zich voor de vrede inzet voert oorlog. Deze conferentie wordt vooral overschaduwd door Kosovo.” Hij denkt even na voor hij verdergaat. „Het grote verschil met de jaren zestig is dat wij ons daarvan bewust zijn, en niet te veel verwachten. Geen geloof in wereldvrede, maar inzet voor iets moois. Dat geeft meer bevrediging dan zitten en niets doen.”

Volgens de meeste deelnemers is er geen alternatief. Als we niets doen, zullen we 'het' niet overleven, is de heersende mening. Het naïeve idealisme van de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft plaatsgemaakt voor een realistischer benadering van de werkelijkheid. Overigens zonder dat men aan bezieling heeft ingeboet. Wie de verschillende sprekers beluistert, voelt hun hoop en geloof in een vreedzamer wereld vibreren. Eensgezind streven mannen met paardenstaart en vrouwen in keurig maatpak hetzelfde doel na.

Het oudere deel van de aanwezigen heeft nog tegen 'Vietnam' geprotesteerd, anderen demonstreerden tegen kruisraketten, jongeren hebben als eerste oorlog de Golfoorlog bewust meegemaakt.

Beschieting
Jongeren maken een opvallend groot deel van de circa vijfduizend bezoekers uit. Het geloof in actieve betrokkenheid bij het wereldgebeuren leeft kennelijk bij deze generatie. Iedere groep heeft eigen oplossingen voor het kwaad in de wereld. De strijd tegen kernwapens is gebleven. Sterke nadruk ligt nu op het terugdringen van de wapenhandel, het verbieden van mijnen en het bevorderen van de dialoog. Uitbannen van geweld is het gemeenschappelijke doel.

Op het eerste gezicht lijken de deelnemers gedreven door dezelfde motivatie. Maar iedere deelnemer heeft zo zijn eigen reden. Doorvragen brengt een aanzienlijke variatie aan drijfveren aan het licht. „God wil dat wij elkaar liefhebben” behoort tot de meer positief getoonzette verklaringen. Somberder luidt: „Oorlog laat ons geen keus, zonder dialoog zullen we elkaar uitroeien.”

Bij een computerspel met vragen over geweld op televisie staat dr. Ray Short, afgevaardigde van de Beweging voor Wereldfederalisme. Gezamenlijk optreden van verschillende landen moet volgens deze organisatie dé oplossing brengen voor prangende vragen over oorlog en vrede.

Short besloot zich na een persoonlijke tragedie voortaan actief voor wereldvrede in te zetten. Een vriend met wie hij jaren op één kamer had geleefd, meldde zich aan voor het leger. Twee weken later was hij niet meer in leven, omgekomen bij een beschieting van een troepentransportschip. De afgevaardigde meent dat de oplossing ligt in het benadrukken van persoonlijke verantwoordelijkheid. Daders van oorlogsmisdaden moeten zich niet meer achter bevelen, legers of regeringen kunnen verschuilen. De anonimiteit van de massa moet worden doorbroken. Een internationaal gerechtshof moet straffen kunnen opleggen. „Onze inzet, dát is wat de wereld nodig heeft.”

Onzichtbaar
„Steeds meer krijg ik het gevoel dat het geen geloof is dat de mensen hier motiveert, maar een soort wanhoop.” Aan het woord is Hans van Iterson, die een stand bemant voor de Nederlandse vereniging voor polemologie. Deze vereniging heeft in 1985 de Nobelprijs voor de vrede ontvangen.

Het bevorderen van de dialoog is voor Iterson een belangrijk punt. „Oorlog eist alle aandacht op, maar vrede blijft onzichtbaar”, meent hij. „Oorlog is makkelijk maar vrede is moeilijk. Zo is onze manier van denken. De bommen en raketten die nu tegen Joegoslavië worden gebruikt kosten miljoenen. Beter zou het zijn die miljoenen uit te geven aan preventie, aan vrede. Ik zeg niet dat we met meer bemiddeling de oorlog in Kosovo hadden kunnen voorkomen. Maar in Afrika had het Westen verscheidende oorlogen kunnen voorkomen door ontwikkelingshulp te geven of intensiever te bemiddelen. Dat is moeilijker dan oorlogvoeren, en successen vallen nauwelijks op.”

„Er zal nooit wereldvrede zijn, want het zit in onze aard op een gegeven moment naar de wapens te grijpen. Maar al komen we slechts een klein stapje verder, dan is het onze inspanningen toch dubbel en dwars waard geweest.”