Buitenland12 mei 1999

Washington probeert ware aard Chinese leiders te doorgronden

„Koele, pragmatische smeerlappen”

Van onze correspondent
NEW YORK – „Wij hebben ons nu genoeg verontschuldigd tegenover China. De politieke leiding in Peking weet heel goed dat het bombardement van de Chinese ambassade in Belgrado een vergissing was. Men speelt die fout politiek uit en wij maken het alleen maar erger als wij ons blijven verontschuldigen”, aldus oud-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger tegenover CNN.

Kissinger weet waarover hij praat. Hij was in 1971 de architect van de Amerikaans-Chinese toenadering tijdens het bewind van president Richard Nixon. In aantekeningen uit die tijd die eerder dit jaar werden gepubliceerd door de George Washington Universiteit noemde Kissinger zijn Chinese communistische gesprekspartners indertijd „koele, pragmatische smeerlappen.” Dat was nauwelijks vriendelijker dan de Russische communistische leiders, die hij omschreef als „leugenaars.” Beide kwalificaties roepen vraagtekens op bij voormalig Witte-Huismedewerker (Veiligheidsbeleid) Ivo Daalder die nu voor het Brookings (research) Instituut in Washington werkt.

„Liegen is een veelvoorkomend verschijnsel in de politiek in het algemeen, maar het is de hoeksteen van de communistische ideologie. Dat kan Kissinger toch niet verbaasd hebben? Je ziet dat nu ook weer in de actuele Chinese manoeuvres”, aldus Daalder. Hij wijst op het recente bezoek aan de Verenigde Staten van de Chinese premier Zhu Rongji. Een bezoek dat begeleid werd door commentaren in de Chinese staatspers over het „wederzijdse belang” van economische en politieke toenadering tussen beide landen. Maar diezelfde staatspers levert Chinese demonstranten nu voldoende stof voor slagzinnen met traditioneel anti-Amerikaanse commentaren over het „kapitalistisch imperialisme” van de Verenigde Staten, dat beschouwd wordt als de „grootste vijand van China.”

Hysterisch
„Enkele jaren geleden legden wij de hand op een Chinees document dat bestemd was voor topmilitairen. Daarin werden de Verenigde Staten afgeschilderd als China's internationale aartsvijand, aldus Robert Kagan van de Carnegie Stichting voor Internationale Vrede in Boston. „Misschien reageren zij zo hevig op het bombardement op de ambassade in Belgrado omdat zij in de Kosovo-kwestie buitenspel gezet zijn, net als Rusland trouwens; misschien proberen zij de volkswoede aan de vooravond van de 10e herdenking van het Tiananmen-drama te kanaliseren; misschien reageren zijn hun vernedering af nadat hun diefstal van Amerikaanse militaire geheimen is ontdekt en misschien geven zij lucht aan hun verontwaardiging over onze voortdurende kritiek op hun mensenrechtenbeleid. Maar wat wij de afgelopen dagen gezien hebben, legt vooral een machtsstrijd bloot in de Chinese communistische partijleiding”, aldus Kagan.

„Als de Chinezen filosoferen over hun ambities om een regionale grootmacht te worden dan is daar altijd Amerika dat die ambities in de weg staat. Als Taiwan en Japan genoemd worden als de twee democratische bolwerken die door politieke en (nucleaire) militaire intimidatie onderworpen moeten worden, dan staan altijd hun nauwe banden met Amerika die onderwerping in de weg. Het is niet voor niets dat Peking hysterisch reageert wanneer Washington overweegt om Taiwan en Japan de bescherming aan te bieden van een regionaal antirakettenschild. Dat maakt intimidatie onmogelijk of in ieder geval risicovoller, omdat de Verenigde Staten dan ook geïntimideerd moeten worden”, aldus Kagan.

Waarschuwingen
Met andere woorden: Amerika is en blijft de vijand van het communistische China. De toenadering zoals die in Peking wordt gepropageerd door ”smeerlappen” zoals premier Zhu Rongji en president Jiang Zemin is slechts een pragmatische manoeuvre. Het betreft geen koerswending zoals de regering-Clinton graag zou geloven. De nieuwe Amerikaanse minister voor Energie Bill Richardson kent de Chinezen uit zijn tijd als Amerika's ambassadeur bij de Verenigde Naties. Nu hij verantwoordelijk is voor het civiele en militaire nucleaire beleid van de Verenigde Staten krijgt hij de rommel op te ruimen van een ongelofelijk laks veiligheidsbeleid dat onder meer de Chinezen in staat heeft gesteld om kostbare nucleaire informatie te stelen.

„Dat is gebeurd in de tijd vóór president Clinton, onder de Republikeinse president George Bush”, aldus Witte-Huiswoordvoerder Joe Lockhart. Richardson heeft vorige week tegenover het Congres echter als eerste lid van de huidige Democratische regering-Clinton gezegd dat ook onder de huidige president belangrijke informatie is gestolen. „Er zijn ernstige fouten gemaakt”, aldus Richardson.

Eén daarvan is het negeren van waarschuwingen van de binnenlandse veiligheidsdienst FBI en van het ministerie van Buitenlandse Zaken over mogelijke zwakke plekken in de bescherming van 's lands belangrijkste militaire en nucleaire geheimen. In een recent rapport van de Senaat wordt president Clinton ervan beschuldigd dat hij de uitbreiding van de commerciële betrekkingen met China meer prioriteit toekent dan de bescherming van 's lands militaire geheimen.

Spreekwoord
„Men heeft in het Witte Huis zitten dromen en men heeft gedacht dat de Chinezen met een soepel beleid te paaien zouden zijn. De reactie op het ongelukkige bombardement van de ambassade in Belgrado laat het ware China zien. Of het China dat de komende tijd de toon gaat aangeven. Pragmatici als Jiang Zemin en Zhu Rongji zullen in het defensief gedrongen worden en orthodoxe communisten zoals parlementsvoorzitter Li Peng en zijn militaire vrienden krijgen ongetwijfeld meer politieke ruimte door de NAVO-vergissing, die nu handig wordt uitgebuit”, aldus Kagan.

Dat zal volgens hem zeker ten koste gaan van de Europese en Amerikaanse pogingen om China de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève binnen te loodsen. Het Amerikaanse bedrijfsleven bombardeert Washington momenteel met brieven en initiatieven om die campagne niet op te geven, omdat een Chinees WTO-lidmaatschap Peking bindt aan elementaire handelsafspraken die de Chinezen nu aan hun laars (kunnen) lappen.

Maar er is nog een ander risico dat de Chinese leiders zelf lopen. Zij hebben tienduizenden van hun vooral jonge burgers in de afgelopen dagen toegestaan en zelfs geholpen (met gratis transport…) om hun afkeer en ergernis te lozen in gewelddadige demonstraties tegen Amerikaanse en andere westerse en commerciële vertegenwoordigingen. De Chinese vice-president Hu Jintao verklaarde in verband met deze demonstraties zelfs, „dat de Chinese regering alle wettelijke protestacties ondersteunt en beschermt in overeenstemming met de wet.”

Het is bijna tien jaar geleden dat studenten een vrijheidsbeeld op het Tiananmen-plein oprichtten als symbool van hun actie voor mensenrechten en democratie. Deze democratische beweging was van korte duur en werd op bevel van de communistische leiders met militair geweld vermorzeld. Daarbij vielen honderden doden die op 4 juni aanstaande –legaal of niet legaal– worden herdacht.

Wat doen de autoriteiten als de massa's die de afgelopen dagen de smaak van het demonstreren te pakken kregen, dan weer de straat opgaan, maar dan hun verontwaardiging tegen de communistische machthebbers richten? „Een oud Chinees spreekwoord zegt: Diegene die besluit een tijger te berijden, kan daar gewoonlijk moeilijk afstappen. Dat geldt ook vandaag nog”, aldus Robert Kagan.