Serviërs luisteren NAVO-piloten afVan onze correspondent NEW YORK Enkele dagen na het begin van de NAVO-operaties tegen Servië belde een verontruste gepensioneerde officier van de Amerikaanse luchtmacht naar het ministerie van Defensie (Pentagon). Deze radio-amateur kon via zijn apparatuur de communicatie van NAVO-piloten volgen. Dat verontrustte hem bijzonder, aldus een van de militaire woordvoerders van het Pentagon, luitenant-kolonel Ed Worley. Het bleek Worley bij nader onderzoek dat het niet om een eenmalige uitzondering ging maar om een bijzonder zwakke plek in het NAVO-communicatiesysteem. Sommige landen die meedoen aan de operaties tegen Servië hebben indertijd meestal uit financiële overwegingen besloten hun vliegtuigen niet uit te rusten met de modernste communicatie-apparatuur. Daardoor kunnen die vliegtuigen niet communiceren met bijvoorbeeld onze toestellen die hun communicatie wél kunnen coderen. Als onze toestellen nu gezamenlijke missies vliegen, moeten wij ons dus aanpassen aan die toestellen en dat betekent open communicatie, die de Serviërs ook kunnen ontvangen, aldus Worley tegenover The Washington Post. Internet De NAVO heeft trouwens nog andere communicatiezorgen. Wanneer er geallieerde toestellen opstijgen voor Servië-missies van bijvoorbeeld bases in Italië, Duitsland of Groot-Brittannië, staan daar lieden die tégen de NAVO-operaties zijn. Die noteren de nummers en de aantallen van de betrokken toestellen en zetten die gegevens onmiddellijk op hun Internet-website(s). Nog voor die vliegtuigen goed en wel onderweg zijn, weten de Serviërs op die manier al wat hun te wachten staat, aldus Worley, die zijn reserves uit over deze vorm van openheid. Ernstiger nog is het feit dat de Serviërs in sommige gevallen op de hoogte blijken te zijn van de doelcodes die de NAVO-vliegtuigen gebruiken. Een Amerikaanse piloot die een mobiele antiluchtdoelraketbatterij moest vernietigen, merkte tweemaal achter elkaar dat kort nadat hij de code voor dat doel over de radio had gemeld, de batterij verdwenen was. Ze hebben dus op een of andere manier ook toegang tot onze codes, en dat is heel zorgelijk, aldus Worley. |