Buitenland12 mei 1999

„Laat zaken van oorlog en vrede niet alleen aan diplomaten over”

Haagse vredesconferentie van start

Van onze buitenlandredactie
DEN HAAG – Onder tromgeroffel en trompetgeschal is vanochtend de internationale vredesconferentie ”The Hague Appeal for Peace” van start gegaan. Van het evenement in het Haagse congresgebouw, waaraan zesduizend mensen deelnemen, gaat volgens de Zuid-Afrikaan Desmond Tutu een „sterke boodschap uit naar de wereld.”

„Vrede moet het laatste woord krijgen. We kunnen niet met bommen, onrecht en geweld als bagage de volgende eeuw in”, zei de Amerikaanse activiste Cora Weiss tijdens de openingsceremonie, nadat de fakkel met de 'vredesvlam' was binnengebracht. De voorzitster van de stichting ”Den Haag oproep voor vrede” zei dat de bijeenkomst „nieuwe 'Kosovo's' moet voorkomen.” Inperken van de wapenhandel is volgens haar een eerste stap op weg naar een betere wereld.

Minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen noemde „oorlog en vrede een te belangrijke zaak om aan diplomaten en staatslieden over te laten.” Hij verwees hiermee naar de eerste Haagse vredesconferentie, die 100 jaar geleden een zaak was van staten en regeringen. De huidige conferentie is een particulier initiatief. Ruim zevenhonderd organisaties hebben zich voor het vierdaagse evenement ingeschreven.

Hoofdthema's op de bijeenkomst zijn ontwapening en veiligheid, voorkomen en oplossen van gewelddadige conflicten, mensenrechten en hun instituties, en de oorzaken van de oorlog. De afsluitende zaterdag moet een ”Agenda voor vrede en gerechtigheid voor de 21e eeuw” opleveren. Hierin komen actiepunten te staan, zoals onderwijs in vrede en de vernietiging van wapens.

Weiss sprak op een persbijeenkomst op de dag voor de officiële opening de wens uit dat mensen meer gaan samenwerken: „We kunnen niets doen, tenzij we het samen doen.” Van soortgelijke strekking was de oproep van Aung San Suu Kyi, die op een videoband Birma was uitgesmokkeld. De Birmese oppositieleidster zei dat vertrouwen aan de basis van vrede ligt, „vertrouwen dat mensen elkaar gerechtigheid geven en gerechtigheid van elkaar ondervinden.”

Zuid-Afrika's bekende apartheidsbestrijder Desmond Tutu zei aan de vooravond van de conferentie dat de „beste manier een vijand te verslaan is hem of haar tot een vriend te maken.” Volgens de aartsbisschop is er reden tot optimisme, omdat een mens van nature tot het goede neigt. „Als kinderen wordt geleerd te haten, kunnen wij ze óók weer leren lachen”, hoopte de Nobelprijswinnaar.

Kwijtschelding
Een andere winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede is José Ramos Horta. Deze voorman van de door Indonesië onderdrukte Oost-Timorezen hamerde op twee punten die vrede op aarde naar zijn „bescheiden verwachtingen” een stukje dichterbij zouden kunnen brengen. Zijn appèl aan de rijke landen betreft het indammen van de wereldwijde wapenstromen en het uitbannen van armoede.

Oost-Timor is voor Horta een goed voorbeeld. De wapens die daar ellende aanrichten zijn geleverd „door dezelfde landen die Servië terug naar de steentijd bombarderen.” Dat geldt overigens niet voor de kapmessen waarmee relschoppers elkaar te lijf gaan. Wat de schuldenproblematiek aangaat, stelde de verzetsleider gisteren voor de allerarmste landen volledige kwijtschelding te geven, en andere landen ten minste verlichting van de schuld toe te kennen. Hij acht dat in belang van het Westen, dat „baat heeft bij handel, een goed beursklimaat en investeringen.”

Boven de Haagse waterpartij bij het Indisch monument lichtte gisteravond enige tijd een computergestuurde projectie van de regenboog op. De brandweer moest 2000 liter water per minuut rondpompen om het idee van de Amerikaanse kunstenaar Fred Stern gestalte te geven. De regenboog staat in de ogen van Stern „symbool voor vrede en eenheid in de wereld.”

Burgemeester Deetman kreeg gisteravond een speciaal voor deze gelegenheid geschreven boek overhandigd. Het werk van Arthur Eyffinger heeft de geschiedenis van 100 jaar Vredesconferentie als onderwerp.