Buitenland11 mei 1999

Balkanleiders bijeen in Thessaloniki

THESSALONIKI – Balkanleiders en -zakenlieden zijn gisteren in de Griekse havenstad Thessaloniki bijeengekomen om plannen te maken voor de wederopbouw van Kosovo en zijn buurlanden zodra de oorlog in Joegoslavië is gestaakt.

Naast de premiers van Albanië, Macedonië en Griekenland en hun ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken, waren er zo'n 600 vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aanwezig.

De Macedonische minister van Financiën, Boris Stojmenov, sprak van „een desastreuze achteruitgang van handel en groei.” Hij wees erop dat Macedonië voor zijn economische groei zwaar afhankelijk is van Joegoslavië, waarvoor het een belangrijk doorgangsland is. Volgens Stojmenov is de hulp die de internationale gemeenschap vorige week op een donorconferentie in Parijs aan Macedonië beloofde, ruim 512 miljoen gulden, lang niet voldoende, omdat het bedrag is gebaseerd op 130.000 vluchtelingen, terwijl dit aantal inmiddels met 60 tot 70 procent is toegenomen.

De economische terugslag door exportbeperkingen en de komst van honderdduizenden vluchtelingen treft vooral Macedonië en Albanië. Ook landen als Griekenland, Roemenië en Bulgarije ondervinden de gevolgen van de oorlog.

De Albanese premier Pandeli Majko was optimistisch dat zijn land de instroom van 400.000 vluchtelingen het hoofd kan bieden. Hij bracht in herinnering dat Albanië 2 jaar geleden werd getroffen door een gewapende opstand en een bijna compleet economisch faillissement, en dat het er toch in was geslaagd te overleven.