Buitenland11 mei 1999

Meldingen van massagraven in zes dorpen

„90 procent Albanezen
uit Kosovo verdreven”

WASHINGTON – Ruim 90 procent van alle etnische Albanezen in Kosovo is door Servische strijdkrachten en burgers verdreven, staat in een rapport dat gisteren door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is uitgebracht. Naar schatting 600.000 etnisch Albanese vluchtelingen bevinden zich nog in Kosovo.

Sommigen van hen houden zich schuil in de bossen en bergvalleien. Ongeveer 700.000 Kosovaren zijn weggevlucht naar Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië en Montenegro en nog eens 130.000 hebben elders tijdelijk onderdak gevonden.

Er zijn meldingen van massagraven in zes dorpen en in de Pagarusa-vallei. Voorts zijn er consistente verklaringen van vluchtelingen die melden dat de Servische strijdkrachten de volwassen mannen systematisch scheidden van de rest van de vluchtelingen. Hoeveel Kosovaarse mannen vermist worden en wat er met hen is gebeurd, is niet duidelijk.

„Wij blijven ons inzetten voor gerechtigheid voor de honderdduizenden Kosovaarse etnische Albanezen die hebben geleden door toedoen van de Servische strijdkrachten”, luidt het in het rapport van het State Department. Het rapport is getiteld: ”Erasing History: Ethnic Cleansing in Kosovo”.

Vorig najaar waren het de Servische veiligheidstroepen die etnisch Albanese burgers het leven zuur maakten, maar dit voorjaar werden burgers uit hun huizen verdreven door eenheden van het Joegoslavische leger in samenwerking met speciale politie-eenheden en door hen bewapende Servische burgers, aldus het rapport.

Vluchtelingen hebben gemeld dat in minstens zeventig steden en dorpen mensen standrechtelijk zijn geëxecuteerd, waarbij vooral de intellectuele en zakelijke bovenlaag van de Kosovaarse samenleving het heeft moeten ontgelden.

Volgens het ministerie in Washington wordt ook steeds meer melding gemaakt van verkrachtingen in Djakovica en Pec.

Moskeeën
Toen de Europese waarnemers het gebied verlieten voordat de NAVO op 24 maart haar luchtaanvallen begon, nam de campagne tegen de etnische Albanezen duidelijk in hevigheid en omvang toe, staat in het rapport. Sinds 4 april zijn meer dan driehonderd Kosovaarse dorpen door de Serviërs in brand gestoken. De Serviërs hadden het niet alleen gemunt op de huizen van de etnische Albanezen; ook moskeeën, scholen en klinieken werden in de as gelegd, aldus het State Department.