NAVO verweert zich
voor Haags VN-hof

Joegoslavië heeft gisteren voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag betoogd dat de NAVO zich schuldig maakt aan een „meedogenloos en wreed bombardement op de burgerbevolking.” De NAVO voerde aan dat het juist Belgrado is dat wreedheden begaat. „De onderdrukking door de Federale Republiek Joegoslavië behoort tot de ernstigste misdaden tegen de menselijkheid van deze eeuw”, zei Philippe Kirsch, de vertegenwoordiger van Canada, voor het hof.

Het Internationaal Gerechtshof, waar Joegoslavie aanklachten heeft ingediend tegen elk van de tien NAVO-landen die deelnemen aan de luchtaanvallen, had extra bewakers laten aantreden van het nabij gevestigde Joegoslavië-tribunaal. Er werd echter niet gedemonstreerd in de omgeving van het Vredespaleis, waar het Internationaal Gerechtshof is gevestigd.

Frankrijk, Canada en België waren de eerste NAVO-landen die de luchtaanvallen tegen de Joegoslavische aanklacht verdedigden. Ze stelden dat het hof niet de jurisdictie heeft een einde te maken aan de luchtaanvallen. De landen noemden de Joegoslavische beschuldiging dat de NAVO betrokken was bij genocide niet meer dan een juridische manoeuvre.

Frankrijk, de Verenigde Staten, Duitsland en Italië erkennen de jurisdictie van het hof niet, tenzij bij geschillen over een specifiek verdrag. Daarom beschuldigt Belgrado de tien landen van schending van de uit 1948 daterende Conventie over Genocide, zei de Franse advocaat Alain Pellet. De aanklacht wegens genocide is tegen al de tien landen ingebracht. Alle tien verwerpen ze de beschuldiging.

„Genocide is de ernstigste internationale misdaad”, zei Kirsch. „Canada's deelname aan de NAVO-luchtoperatie is ingegeven door gebeurtenissen in Kosovo die het geweten van de wereld schokten. Tegen deze achtergrond is het wrang ironisch als een beschuldiging van genocide wordt geuit door de Federale Republiek Joegoslavië tegen Canada.”

Volkerenmoord
Het hof wijdt een 2 dagen durende hoorzitting aan de door Joegoslavië ingediende klacht tegen de NAVO. De NAVO-bondgenoten worden bij de rechtszaak in alfabetische volgorde opgeroepen. Joegoslavië kreeg van het hof 2 uur de tijd om zijn bezwaren uiteen te zetten, waarna de tien NAVO-landen die bij de aanvallen betrokken zijn ieder een uur hadden om hun kant van de zaak te belichten.

Joegoslavië zei dat de bombardementen niet alleen een wettige basis ontberen, maar ook als „misdaad tegen de vrede” en „volkerenmoord” zijn aan te merken.