Buitenland | 7 mei 1999 |
Fikse daling export- en toerismecijfers door Kosovo-confrontatieOorlog drukt op kas BalkanlandenVan onze buitenlandredactie De situatie oogt dan ook zorgwekkend: doorgangswegen zijn versperd, de Donau is geblokkeerd én exportmarkten zijn weggevallen. Vertragingen in de leveranties zijn aan de orde van de dag. Lichtpuntje voor de regio is dat afnemers, vooral die uit de Europese Unie (EU), tot op heden nog geen orders hebben geannuleerd. Als het gewapende conflict zich evenwel voortsleept en het zelfs tot het inzetten van NAVO-grondtroepen komt, zou dat voor de zwakke volkseconomieën van de regio op een economische ramp uitlopen. Macedonië maakt tegenwoordig sowieso bijzonder moeilijke tijden door. Denk aan de opvang van een massale vluchtelingenstroom uit het naburige Kosovo. In economisch opzicht kan deze republiek bogen op een aantal veelgevraagde agrarische exportproducten. Verse groente, een vroege oogst aan vruchten, later in het jaar ook druiven en appels, lamsvlees en rijst van een puike kwaliteit staan daarvoor garant. Traditioneel nam Joegoslavië de helft van deze agrarische uitvoer af. Maar juist de laatste tijd is de export naar Kroatië, Slovenië en de EU gestegen. Punt is wel dat vervoer over de weg door Joegoslavië geschiedde. Hét knelpunt van dit ogenblik. Vandaar de vernietiging van Macedonische exportgoederen aan het begin van de Kosovo-oorlog. De Joegoslavische doorgangsroute bleek opeens versperd en koelhuizen ontbreken. Daarnaast komen de textiel- en leerindustrie van Macedonië ook steeds sterker onder druk te staan bij het voortduren van de vijandelijkheden. Genoemde bedrijfstakken werken vooral voor de export naar Duitsland en Italië. Het ontbreekt beide industrieën momenteel vooral aan Joegoslavische grondstoffen zoals huiden en synthetische vezels. Daarenboven leidt de omleidingsroute voor de uitvoer via de haven van de Griekse stad Thessaloniki tot hogere prijzen. En dat is weer niet erg bevorderlijk voor het eigen concurrentievermogen. Paniekzaaierij Dit pessimisme of realisme de nabije toekomst zal het leren werd hem overigens aan het thuisfront allesbehalve in dank afgenomen. Paniekzaaierij heette het korzelig in Zagreb. Vorig jaar leverde het toerisme Kroatië 2,5 miljard dollar op. Stel dat de vakminister gelijk krijgt, dan zou die daling naar 1,4 miljard inderdaad een zwaarwegend verlies betekenen. 's Lands economen geloven daar niet in. Zij verwachten een inkomstenvermindering van maximaal 300 tot 500 miljoen dollar. Zoveel is zeker dat de schilderachtige havenstad Dubrovnik, een ware trekpleister, reeds de nodige klappen heeft moeten incasseren. Zo schrapte het Japanse farmaceutische concern Takeda drie van de acht geplande promotietrips naar Dubrovnik. Tot medio juni mijden Takeda en zijn gefourneerde gasten (medici!) de zuidelijke kust van Dalmatië. Vermindering van inkomsten uit het toerisme baart de Hongaren evenzeer zorgen. Vorig jaar was al niet best en 1999 dreigt nog slechter te worden. Vooral Amerikanen en Aziaten laten het afweten. Met de blokkade van Bulgarijes normale exportroutes belangrijk uitvoerproduct zijn zonnebloempitten vreest de hervormingsgezinde regering in Sofia dat de kleine economische opleving van vorig jaar niet het vervolg krijgt waarop zo vurig werd gehoopt. |