„Apache-piloten
hebben mogelijk
te weinig ervaring”

RIJSWIJK – Een gebrek aan vliegervaring onder moeilijke omstandigheden kan heel goed de oorzaak zijn van de ongelukken met de Apache-helikopters in Albanië. Bijna alle Amerikaanse helikopterpiloten zijn onder ideale vliegomstandigheden opgeleid.

Superieure techniek van het materieel is dan niet voldoende, aldus J. Soolsma, voorzitter van de afdeling Vliegers van de Nederlandse Officieren Vereniging.

Vliegen met een Apache is geen sinecure, aldus Soolsma, die zelf in een F-16 vliegt. „Het toestel vraagt veel meer van een piloot dan een gewone helikopter die voor transport of verkenning wordt gebruikt. De Apache is een echte aanvalshelikopter.”

Net als de Nederlandse Apache-piloten zijn bijna alle Amerikaanse piloten volgens Soolsma opgeleid in Alabama, op het trainingscentrum Fort Rucker. De omstandigheden zijn daar ideaal. Soolsma: „Het is er altijd mooi weer, dus het zicht is altijd goed.” Het landschap is glooiend en overzichtelijk.

In Albanië en Kosovo zijn de omstandigheden verre van ideaal. De weersomstandigheden zijn er vaak ongunstig en de piloten staan onder hoge druk wegens de oorlogsomstandigheden. „Al ben je nog zo goed opgeleid, dat blijft een aparte ervaring.”

Het kost veel tijd voor een piloot om zich daaraan aan te passen. Nadat Nederlandse piloten in Amerika hadden leren vliegen met F-16's, duurde het maanden voordat zij zich er in het West-Europese weer vertrouwd mee voelden. Nederlandse piloten hebben, voorzover Soolsma weet, nog nooit problemen gehad met hun Apaches. Nederland heeft er een aantal in bruikleen van de Verenigde Staten, in afwachting van eigen exemplaren.

Het is mogelijk om 'blind' te vliegen met een Apache. Piloten hebben lichtversterkende helmen, waarmee zij de omgeving zien „alsof zij met daglicht vliegen.” Maar: het beeld is vertekend en een kleine vertekening kan grote gevolgen hebben.