Joegoslavië had al eerder olietekortPARIJS Joegoslavië kampte al ruim voor de start van de bombardementen door de NAVO met een tekort aan brandstoffen. Dat meldde het internationale energiebureau IEA gisteren. Volgens deze organisatie was Joegoslavië slecht van betalen. Reden waarom bijvoorbeeld de Chinese oliemaatschappij Sinochem de levering van 50.000 vaten per dag medio 1998 staakte. In een vat zit 159 liter olie. Joegoslavië is sterk afhankelijk van de import van gas en olie. Vorig jaar verbruikte het land dagelijks zo'n 70.000 vaten. Circa 50.000 daarvan werden geïmporteerd, de rest produceerde het land zelf. Na het vertrek van de Chinezen kocht Belgrado zijn brandstoffen via Griekse tussenhandelaren elders op de oliemarkt. Het zou gaan om zo'n 30.000 vaten per dag. De IEA schat de olie-export van Rusland naar Joegoslavië op 12.000 vaten per dag in 1998. Griekenland, Italië, Noorwegen en Roemenië waren belangrijke leveranciers van olieproducten als benzine en diesel. Joegoslavië is intussen door de NAVO en de EU geconfronteerd met een olie-embargo. Bombardementen hebben bovendien raffinaderijen en olie-opslagplaatsen in heel Joegoslavië vernield. |