„Vrouwen en kinderen
mogen grens niet over”

„De politie hield ons tegen en we moesten onze identiteitsbewijzen laten zien”, vertelde Edis Burnik, die zijn vrouw moest achterlaten. „Ze zeiden dat alle mannen de grens over mochten maar de vrouwen niet. We durfden er niet tegen in te gaan.”

Andere vluchtelingen zeiden dat de beslissende factor kennelijk de op het identiteitsbewijs vermelde woonplaats was. Een vrouw, die weliswaar in Prizren woonde maar een andere woonplaats op haar document had staan, mocht de grens over.

De hoogzwangere Merita Nucaj, die wel doorgelaten werd, vertelde dat agenten van de grenspolitie andere vrouwen en kinderen terugstuurden met de woorden: „Jullie wilden toch dat de NAVO kwam – nu zullen de vrouwen en kinderen blijven tot ze worden gedood door de NAVO.”

Het is niet duidelijk hoeveel mensen werden tegengehouden aan de grens. Van de Albanese kant kon eerst een groep van honderden mensen worden ontwaard, die er later niet meer was. Dit kan ook in verband worden gebracht met de mededeling van sommige vluchtelingen dat groepen vluchtelingen uit Prizren rechtsomkeert gemaakt hebben om terug te gaan naar de stad.

Zaterdag meldden in Albanië aangekomen vluchtelingen dat de Servische politie jonge mannen uit hun konvooi had geplukt.

Etnische zuivering
Overigens kwamen er gisteren veel minder vluchtelingen de grens met Albanië over dan de afgelopen dagen. Het waren er 'slechts' tweeduizend, terwijl er vrijdag en zaterdag ruim 20.000 Kosovaren de grens overstaken. Velen van hen kwamen uit Prizren, de tweede stad van Kosovo. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR wijst dit erop dat de Serviërs begonnen zijn aan een etnische zuivering van Prizren. Eerder was Prizren hiervoor gespaard gebleven. Sommige vluchtelingen uit Prizren zeiden zaterdag inderdaad dat ze waren verjaagd door leden van de Servische politie en paramilitaire groepen, maar de meeste gaven aan dat ze waren gevlucht voor de verslechterende situatie.

Volgens Belgrado wordt de vluchtelingenstroom veroorzaakt door beschietingen van de NAVO. Woensdag zouden bombardementen op Cuku, een vooral door zigeuners bewoonde buitenwijk van Prizren, de exodus op gang hebben gebracht. Daarbij zouden volgens vluchtelingen vier van hen zijn gedood en tien gewond. De Albanezen schrijven de bommen echter toe aan de Serviërs. Tijdens een andere aanval op Prizren hebben vier NAVO-raketten zaterdagmiddag vijf mensen gedood en 23 verwond, meldde de Servische politie.

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) meldde dat volgens vluchtelingen het Joegoslavische leger defensieve posities aan het innemen is rondom Prizren, kennelijk als voorbereiding op een mogelijke grondaanval op deze stad.

De berichten dat Albanese vrouwen in Kosovo door Servische militairen en politiemannen worden verkracht, zijn leugens, heeft de onderminister van Buitenlandse Zaken van Joegoslavië, Nebojsa Vujovic, gisteren verklaard. Volgens Vujovic bestaan zulke verhalen „alleen in de hoofden van degenen die wreedheden tegen burgers begaan”, waarmee hij doelde op de NAVO.