Buitenland30 april 1999

Aanvallen kunnen milieuramp in Joegoslavië veroorzaken

Het gevaar van een ”ecocide”

Door Veselin Toshkov (AP)
PANCEVO – Het tarweveld veranderde in één nacht van lentegroen in zwart. Een dikke wolk bewoog zich langzaam noordwaarts en hulde de dorpen in een verstikkende, bijtende mist. Voor de plaatselijke boeren betekende de zwarte regen die hun velden verkleurde een nieuwe angst naast die voor de NAVO-aanvallen: de angst voor een vergiftigde oogst in het najaar.

Sinds de bombardementen op een grote olieraffinaderij en een kunstmestfabriek bij Pancevo hangt er een chemische cocktail boven het vruchtbare landbouwgebied ten noordoosten van Belgrado. Directeur Miralem Djindo van de kunstmestfabriek zei dat een echte ramp alleen maar was voorkomen omdat tanks die normaal gesproken 20.000 ton ammoniak bevatten, leeg waren.

Volgens toxicoloog Slobodan Tosevic is er fosgeen vrijgekomen, het giftige mosterdgas dat ruikt naar vers hooi. Maar dat is door de wind weggeblazen van de dichtbevolkte gebieden. „Alleen God heeft ons gered”, zegt hij. Zo'n vijftig mensen raakten „lichtelijk vergiftigd.” Nadat de fabrieken waren getroffen, daalden de groenteprijzen op de lokale markten met 67 procent.

Waarschuwingen
De NAVO heeft niet ontkend dat de bombardementen ecologische problemen kunnen veroorzaken, maar zegt dat de Serviërs dat aan hun eigen leider te danken hebben. „Natuurlijk weten we wat er gebeurt”, zei generaal Guiseppe Marini na de aanval op Pancevo. „Conflicten zijn nog nooit gezond geweest voor de mensen.”

Volgens NAVO-woordvoerder Jamie Shea kunnen de Servische leiders meer ecologische schade voorkomen door zich over te geven. De Servische strijdkrachten vervuilen het land zelf ook door dorpen in brand te steken, voegde hij daaraan toe.

De Joegoslavische autoriteiten die onlangs journalisten meenamen naar een wasmiddelenfabriek in Baric, 20 kilometer ten westen van Belgrado, waarschuwden voor de „dodelijke gevolgen” voor de 2 miljoen inwoners van de hoofdstad als de fabriekdepots met waterstoffluoride worden getroffen. Als het gif naar de stad zou waaien, zouden onwetende burgers kunnen stikken, zeiden ze.

Door de propagandistische uitingen van Belgrado zijn zulke waarschuwingen moeilijk op waarde te schatten. Veel deskundigen denken dat het onmogelijk is precies te voorspellen wat het effect is van het vrijkomen van gevaarlijke chemicaliën in bewoonde gebieden. De tijd van de dag, de buitentemperatuur, de luchtvochtigheidsgraad en de windrichting spelen allemaal mee.

Blokkade
Volgens de chemicus John Bucher van het Amerikaanse Nationaal Instituut voor Milieu- en Gezondheidswetenschappen zijn zowel ammoniak als fosgeen en waterstoffluoride „heel gemeen” en kunnen ze ernstige verwondingen en de dood tot gevolg hebben in dichtbevolkte gebieden.

Naast de directe gevaren voor het milieu zijn er volgens Joegoslavische milieufunctionarissen ook „tikkende tijdbommen”, of, zoals medewerker van de ministerie van Milieu Andjelka Mihajlov zegt, het gevaar van „ecocide.”

Volgens Mihajlov stromen er door de luchtaanvallen dagelijks tonnen ongezuiverd rioolwater in drinkwaterdepots, hangen er vele gifwolken boven pas ingezaaide velden, vervuilt zure regen het grondwater en verstikken olievlekken de Joegoslavische rivieren die naar de Adriatische Zee lopen.

Waarschuwingen van minister van Milieu Jagoz Zelenovic dat nog meer aanvallen op olieraffinaderijen en chemische fabrieken een „enorme milieuramp” kunnen veroorzaken, lijken op sommige Europese buurlanden effect te hebben. De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Lamberto Dini, zei deze week dat zijn land een blokkade steunt van olietankers met bestemming Joegoslavië, als alternatief voor het bombarderen van havens en olieraffinaderijen. Zo'n blokkade zou, zei Dini, „verdere zware schade aan industrie en burgers voorkomen en het risico verminderen van milieuschade en vervuiling van de Adriatische Zee.”