Buitenland29 april 1999

Rode Kruis maant tot naleving 'Genève'

„Joegoslavië schendt
het oorlogsrecht”

Van onze buitenlandredactie
DEN HAAG – Na een luchtaanval op de brug bij Novi Sad is de helft van de stad verstoken van drinkwater. Het Nederlandse Rode Kruis is ervan overtuigd dat de NAVO van deze gevolgen op de hoogte was, zo bleek gisteren tijdens een persgesprek van het Rode Kruis in Den Haag over het humanitair oorlogsrecht (HOR).

De regels van het internationaal oorlogsrecht zijn vastgesteld tijdens de conventie van Genève (1949) en kennen een aantal toegevoegde protocollen (1977). Ze hebben betrekking op rechten en plichten van oorlogvoerende partijen. Belangrijk is de bescherming van burgers, krijgsgevangenen en gevangen genomen burgers. Het oorlogsrecht vormt de basis voor het optreden van het Rode Kruis in een conflictgebied.

Tijdens het persgesprek concretiseerde het Rode Kruis het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht aan de hand van het voorbeeld op de Balkan.

Het Rode Kruis vestigde de aandacht op de gevolgen die de oorlog in Joegoslavië voor de bevolking heeft. De conventie van Genève maakt onderscheid tussen de burgerbevolking en de combattanten (zoals militairen). Deze grens is niet altijd even duidelijk. De bombardementen van de NAVO zijn niet gericht tegen de burgerbevolking, maar indirect is deze wel het slachtoffer. De vraag is in hoeverre het mogelijk is rekening te houden met de oorlogsgevolgen voor burgers.

De Joegoslavische regering heeft de taak burgers in bescherming te nemen tegen de gevolgen van de oorlog. Volgens het recht ligt de verantwoordelijkheid voor de burgers bij de Joegoslavische autoriteiten. Bij de laatste luchtaanval op de brug bij Novi Sad werd bijvoorbeeld de drinkwatervoorziening van de stad ernstig beschadigd. De helft van de stad zit zonder drinkwater. De vraag dringt zich in dit verband op in hoeverre de strijdende partijen rekening houden met de gevolgen ervan voor burgers.

Volgens het humanitair oorlogsrecht zijn deelnemende partijen verplicht om de burgerbevolking zoveel als mogelijk is te vrijwaren van oorlogsgeweld. Als Serviërs op bruggen gaan staan om te verhinderen dat de NAVO die bruggen bombardeert, blijven ze burgers, ook al stellen ze zich willens en wetens bloot aan gevaren. Tegelijkertijd blijft de brug een militair doel en moet de Servische overheid dan volgens datzelfde humanitaire oorlogsrecht verhinderen dat de eigen burgers zich als doel aanbieden.

Volgens het Rode Kruis treedt Joegoslavië, dat ook de Conventie van Genève heeft ondertekend, het humanitair oorlogsrecht met voeten. Dit geeft anderzijds het Kosova Bevrijdingsleger UCK en de NAVO niet het recht ook de regels uit het oog te verliezen. Alle strijdende partijen zouden met de verdragen van Genève op de hoogte moeten zijn, zo werd benadrukt. Naleving van het humanitair oorlogsrecht wordt geboden.

Het embleem van het Rode Kruis vormt een probleem op zich. Misbruik van het symbool van het Rode Kruis komt de laatste 15 jaar steeds vaker voor. Het teken is bedoeld voor mensen die bescherming genieten op grond van de verdragen van Genève. De werkelijkheid is vaak anders. Ambulances worden echter ingezet om munitie te vervoeren en konvooien van het leger worden getooid met rode kruisen. Hanneke van Sambeek van het Rode Kruis noemt deze misstanden „een flagrante schending van het oorlogsrecht.”