Buitenland28 april 1999

Vluchtelingenbeleid EU onder vuur

Nieuwe exodus vanuit
Kosovo naar Albanië

Van onze buitenlandredactie
KUKES – Ongeveer 1700 etnische Albanezen zijn gisteren vanuit Kosovo naar Albanië gevlucht. Hulpverleners verwachtten dat dat aantal in de loop van de nacht nog groter zou worden.

De meeste nieuwe vluchtelingen waren afkomstig uit de regio rond Djakovica, in het zuidwesten van Kosovo. Ze vertelden hulpverleners dat de Servische politie hun dorpen gisterochtend hadden omsingeld en hen voor de keus stelde te vertrekken of „met hun huizen te verbranden”, zei een woordvoerder van de VN-vluchtelingendienst. Veel vluchtelingen zeiden bovendien dat de politie hen onderweg tegenhield, waarna agenten de mannen uit de groep haalden. Volgens sommigen zou de politie een aantal mannen vervolgens hebben neergeschoten of mishandeld.

Sommige jonge vrouwen zijn door het Servische leger voor perioden van een halfuur tot 2 uur apart genomen. Volgens Ray Wilkinson van het UNHCR vertelden de vrouwen niet dat ze waren verkracht. „Alles wat ze konden zeggen was dat veel vrouwen zijn aangeraakt”, aldus Wilkinson. Voor de tweede maal in de afgelopen dagen is ook een groep mannen de grens overgekomen die hun vrouwen en kinderen onder dwang hebben moeten achterlaten.

De Albanese president Rexhep Mejdani zei gisteren dat zijn land de deur zal blijven openhouden voor de vluchtelingen, als dat beleid tenminste wordt ondersteund door „bijbehorende” hulp van de internationale gemeenschap. „Dit is niet langer een Albanees probleem maar een internationaal probleem”, zei hij in een interview met Le Parisien.

Mejdani kreeg gisteren in Parijs de verzekering van de Franse president Jacques Chirac dat de Europese Unie economische hulp zal verlenen aan Albanië.

Opvang in EU
Vluchtelingen- en migrantenorganisaties verwijten de Europese Unie kortzichtigheid bij de opvang van vluchtelingen, asielzoekers en migranten. De Kosovaren zijn de dupe van „het gebrek aan politieke wil” om Europese initiatieven te nemen. Het is schrijnend dat de EU niet in staat blijkt een behoorlijk aantal Kosovaren op te vangen, vinden de Europese Raad voor Vluchtelingen en Ballingen (ECRE), het Europese Netwerk tegen Racisme (ENAR) en de Groep voor Migratiebeleid (MPG). De regio is overbelast, waarschuwde gisteren Peer Beneke van ECRE tijdens een persconferentie.

In Montenegro en Albanië is er één Kosovaarse vluchteling op 9,5 inwoners, in Macedonië 1 op zeventien. Terwijl in Duitsland, een van de meest gastvrije EU-lidstaten, de verhouding 1 op 273 zal zijn als de regering haar belofte houdt. Sommige EU-landen (Groot-Brittannië) hebben nog helemaal niet aangegeven hoeveel vluchtelingen ze willen opvangen. Een volkomen scheve situatie, bekritiseert Beneke.

Kosovaren die opvang krijgen in de EU, hebben te maken met een lappendeken van rechten en regimes. In het ene land (Nederland, Frankrijk) zijn ze ontheemden, in het andere (Duitsland) oorlogsvluchteling. Ze mogen werken in sommige landen, in vele lidstaten juist niet. Grote onduidelijkheid blijft over het recht op familiehereniging.

De Kosovo-crisis maakt haarscherp duidelijk dat de EU behoefte heeft aan een effectief vluchtelingen- en migratiebeleid met behoorlijke rechten voor minderheden, asielzoekers en migranten, menen de organisaties. De Unie moet erkennen dat het in feite een migratiegebied is, meent Jan Niessen (ENAR). Niet dat de deuren wagenwijd open moeten, maar men moet „op een systematische wijze” mensen binnenlaten.

Het Verdrag van Amsterdam, dat op 1 mei in werking treedt, biedt de lidstaten de kans voor een Europese aanpak met meer samenhang op het gebied van asielzaken en migratiepolitiek. De organisaties hebben gezamenlijk alvast een alternatief actieplan uitgewerkt met zeventig aanbevelingen. Die variëren van een pleidooi voor een tijdelijke ontheemdenregeling tot het aanpakken van de oorzaken van grote vluchtelingenstromen. Want één ding staat vast voor de drie organisaties: er zullen nog vele Kosovo's volgen en de EU kan maar beter daarop voorbereid zijn.

De Europese Unie heeft Albanië en Macedonië intussen voorstellen gedaan voor nauwe politieke en economische samenwerking. Tijdens gesprekken in Luxemburg tussen de zogenoemde EU-trojka (de huidige, de voorgaande en de toekomstige voorzitter van de EU) en de Macedonische premier Georgievski en de Albanese minister van Buitenlandse Zaken Milo, bood de Unie de twee Balkanstaten associatieverdragen aan.

De verdragen voorzien onder meer in nauwe politieke contacten en handelsvoordelen. De precieze invulling van de verdragen is nog niet rond. De EU wil binnen korte tijd Albanië en Macedonië, die samen honderdduizenden vluchtelingen uit Kosovo hebben opgenomen, zo snel mogelijk concrete voorstellen doen.

In de toekomst wil de Unie de twee landen opnemen in een zogenaamd stabiliteitsfonds voor Zuidoost-Europa, dat de politieke en economische situatie aldaar in rustiger vaarwater moet brengen.