Buitenland26 april 1999

Eerste Kosovaren komen op adem in Ermelo

„'k Heb dingen gezien die
je in nachtmerrie niet ziet”

ERMELO – Op een recreatiestrook tussen rijksweg A28 richting Amersfoort en het Veluwemeer bij strand Horst staan aluminium paviljoens te wachten op de gasten: 152 vluchtelingen uit Kosovo. Het gaat om 113 mannen en vrouwen, 37 kinderen en twee baby's.

Na een vertraging van ruim 10 uur komen de Kosovaren zondagmorgen om half zeven aan in Ermelo.

Zwijgend stappen zij uit de bussen. Ze zijn moe en gelaten. Gedwee wachten ze op hun beurt om de eetzaal binnen te gaan voor hun eerste Hollandse ontbijt. De pers mag hen door de ramen van de eetzaal heen filmen en fotograferen, de eetzaal zelf is verboden terrein voor de media.

Na het ontbijt krijgen de vluchtelingen toiletartikelen, lakens en dekens. Dan mogen ze zich terugtrekken in hun slaapvertrek, een afgescheiden compartiment met vier bedden en een plafond van doek. „De intake doen we later, de mensen zijn kapot”, vertelt Erik van Dijk, woordvoerder van het COA.

Hart uitgerukt
De 23-jarige studente Engels Mimoza moet voorlopig nog niet aan slapen denken. Geëmotioneerd doet ze haar verhaal: „Ik heb dingen gezien die je in nachtmerries niet eens ziet. Mensen bij wie het hart wordt uitgerukt of bij wie armen of benen worden afgehakt. Het gebeurt echt. In Kosovo voltrekt zich een genocide en hier is iedereen hulpvaardig en gul. We zijn er erg dankbaar voor.”

Mimoza wist met haar ouders, twee zussen en een broer haar geboorteplaats op 38 kilometer afstand van Pristina per trein te ontvluchten. Op Koninginnedag is ze jarig. „Mijn verjaardag zal ik in Nederland vieren. Ik heb altijd al andere landen willen bezoeken, maar niet op deze manier. Waar ik hoor is thuis. Ik ben ervan overtuigd dat we ooit een keer naar huis terugkunnen. Die overtuiging houdt me sterk.”

De 38-jarige Sheqerije Giholli Hyseni is met haar man en drie kinderen van 7, 5 en 4 jaar uit het zuiden van Kosovo gevlucht. Ze kregen 10 minuten om hun huis te verlaten en namen alleen wat spullen voor de kinderen mee. Sheqerije zag hoe de Serviërs mensen doodden die niet snel genoeg vertrokken. Hun auto stond zonder benzine, dus vluchtten ze per tractor.

„Je wilt je kinderen beschermen. Ik deed een deken om hen heen en bedacht dat die geen kogels kan tegenhouden. Onderweg zagen we lijken of mensen die begraven werden.” Na een treinreis van 7 uur kwam het gezin bij de grens in Macedonië, waar het voorlopig werd opgevangen. Voor Sheqerijes echtgenoot is het de tweede keer dat hij Nederland is. Ooit bezocht de directeur van een banketfabriek een bedrijf in bakkerijmachines in Roosendaal.

Vrijwilligers
Het tentenkamp in Ermelo bestaat uit verblijfsruimten met slaapvertrekken, ontspanningsruimten, sanitaire voorzieningen en een keuken.

De evacuatievluchten zullen de hele week doorgaan. Nederland heeft met de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR afgesproken 2000 Kosovaren op te nemen. Het opvangkamp in Ermelo biedt plaats aan 1000 mensen. Anderen zullen gehuisvest worden in Ter Apel en Raamsdonksveer.

De opvang in Ermelo is in principe voor 6 weken, daarna zullen de Kosovaren onderdak krijgen in reguliere onderkomens van het COA, zoals asielzoekerscentra en gemeentelijke woningen.

Maar liefst 123 vrijwilligers van VluchtelingenWerk Ermelo staan vanaf vandaag klaar om de tijdelijke bewoners van het tentenkamp te helpen. „De vrijwilligers komen uit de hele regio. We gaan helpen met het uitdelen van kleding, het opsporen van familieleden, en we zullen activiteiten voor de kinderen organiseren”, aldus coördinator Dick Dooyewaard.

Zoals in zo veel plaatsen in Nederland, heeft ook in en rondom Ermelo de bevolking drifig spullen ingezameld voor de verdreven Kosovaren. In de Jan van Schaffelaarkazerne in Ermelo staat een container vol kleding te wachten om uitgedeeld te worden. Gulle gevers doen er volgens Dooyewaard goed aan telefoonkaarten te schenken, omdat velen contact willen zoeken met familieleden. „Ook aan handwerkspullen is behoefte”, zo meldt Dooyewaard, „en natuurlijk aan geld.”