Buitenland26 april 1999

UNHCR bekritiseert Albanese regering

Vluchtelingen vooral
naar Macedonië

Van onze buitenlandredactie
GENEVE – De verdrijving van de Albanese bevolking van Kosovo heeft zich de afgelopen dagen vooral afgespeeld bij de grens met Macedonië. In een periode van 2 dagen kwamen in de grensplaats Blace ongeveer 3200 Kosovaren aan.

De meesten waren door de Serviërs op treinen gezet en tot vlak bij de grens gebracht. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR wachten er op het station van Urosevac nog vele duizenden verdreven Kosovaren op vervoer naar de grens. Inmiddels hebben al zo'n 600.000 Kosovaren hun toevlucht gezocht in de buurlanden. Meer dan 360.000 van hen zitten in Albanië en ongeveer 140.000 in Macedonië.

Hulporganisaties, de NAVO en de Albanese autoriteiten hebben sinds het op gang komen van de vluchtelingenstroom uit Kosovo al meer dan 200.000 mensen overgebracht uit de grensplaats Kukes naar het binnenland. „Wij evacueren dagelijks 10.000 mensen met bussen”, zei een UNHCR-woordvoerder. Desondanks zitten er nog steeds zo'n 130.000 mensen in Kukes.

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft de Albanese regering zaterdag beschuldigd van gedwongen evacuaties van vluchtelingen uit de noordelijke plaats Kukes. Volgens de UNHCR mogen de ontheemden uit Kosovo alleen op vrijwillige basis naar andere plaatsen in Albanië worden gebracht. De VN-instelling overweegt een klacht in te dienen bij Tirana. De Albanese regering verwerpt de kritiek. Volgens haar wordt vluchtelingen altijd eerst gevraagd of ze naar een andere plaats willen gaan waar de opvangmogelijkheden aanmerkelijk beter zijn.

Hulpverleners wijzen erop dat de toestand waarin de arriverende vluchtelingen verkeren, de laatste tijd aanzienlijk is verslechterd. „Hoe langer het duurt, des te slechter gaat het worden”, aldus psycholoog De Jong van Artsen zonder Grenzen. Vooral de geestelijke gesteldheid van de vluchtelingen is slecht. Velen lijken alle hoop te hebben opgegeven, zei een andere hulpverlener van AzG.

Hulpgoederen
Woordvoerder Shea zei gisteren in Washington in de marge van de NAVO-top dat de verdragsorganisatie overweegt hulpgoederen af te werpen boven Kosovo om de nood van de vluchtelingen te lenigen die binnen de Servische provincie op drift zijn. „De NAVO wil deze mensen helpen”, zei Shea. Schattingen van het aantal mensen dat binnen Kosovo op de vlucht is, lopen uiteen van 450.000 tot 700.000.

Wat de NAVO daarbij voor ogen staat is niet duidelijk. Tot voor kort betoogden zegslieden dat het afgooien van hulpgoederen niet mogelijk was, omdat laag en langzaam vliegende toestellen met hulpgoederen een makkelijke prooi zouden zijn voor Servisch afweergeschut.

De UNHCR zei gisteren dat Servische troepen 1,5 week geleden in drie Kosovaarse dorpen ten noorden van Urosevac zeker 56 mensen op gruwelijke wijze hebben vermoord en verminkt. De UNHCR zegt dit gehoord te hebben van vluchtelingen die gisteren aankwamen bij Blace. Een woordvoerder zei dat de verhalen aangeven dat de gruweldaden ten noorden van Urosevac „een stuk erger zijn dan wij eerst hadden gehoord.”

Andere berichten spreken over tientallen doden bij een Servisch offensief in het noorden van Kosovo, bij Podujevo. Albanese bronnen spreken van zeventig doden bij aanvallen op de dorpen Lap en Golak. Wanneer het offensief plaatshad en hoe de mensen zijn omgekomen, is niet duidelijk.