Buitenland26 april 1999

Balkanlanden steunen luchtaanvallen

Zeven frontlijnstaten
staan achter de NAVO

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – De zeven buurlanden van Joegoslavië hebben de NAVO gisteren opgeroepen door te gaan met de strijd tegen president Milosevic, en deze ook te winnen. Dat bleek na afloop van een bijeenkomst van de negentien staatshoofden en regeringsleiders van de alliantie met de leiders van Albanië, Macedonië, Bulgarije, Roemenië, Slovenië, Bosnië-Herzegovina en Kroatië.

De frontlijnstaten, toch al geen rijke landen, zeiden bereid te zijn de ongemakken van de oorlog voor de korte termijn te accepteren. „Als Milosevic hen bedreigt omdat ze ons helpen, dan zullen wij reageren”, zei de Amerikaanse president Clinton. NAVO-woordvoerder Shea onderstreepte na afloop van de bijeenkomst dat de medewerking van de zeven frontlijnstaten Milosevic tot een paria in zijn eigen regio maakt. „Joegoslavië moet eens ophouden de altijd bloedende wond van Europa te zijn”, zei hij zaterdag.

De regeringsleiders besteedden niet alleen aandacht aan de militaire kant, ze probeerden ook de basis te leggen voor samenwerking bij de wederopbouw van de Balkan. De buurlanden van Servië kregen de verzekering dat zij op de volledige steun van de internationale gemeenschap kunnen rekenen. Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken ziet bij de wederopbouw een rol weggelegd voor een door de VN benoemde speciale commissaris die de inspanningen van de EU, de internationale financiële instellingen, de NAVO en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) moet coördineren.

Geld
Premier Kok zei dat het Westen „het niet bij bedankjes kan laten” voor de hulp van deze landen aan de NAVO-operatie en de opvang van de honderdduizenden vluchtelingen uit Kosovo. De internationale gemeenschap zal flink in de buidel moeten tasten om de meest getroffen landen weer op de been te brengen.

Het gaat volgens Kok daarbij niet alleen om het geven van geld, maar om een gecombineerd programma van wederopbouw en versterking van de stabiliteit in de regio. Daarbij is volgens de premier behalve voor de NAVO een belangrijke rol voor de Europese Unie en de grote financiële instellingen weggelegd. Maar voor het zover is „moet eerst het regime van Milosevic worden gebroken”, aldus de premier. „Als de militaire kracht van het Servische leger is gebroken, denk ik dat het regime in Belgrado er anders uitziet”, voegde Kok daaraan toe.