Buitenland24 april 1999

Jonge democratieën op
de Balkan vragen steun

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – Leiders uit de Balkan eisen tijdens de NAVO-verjaardagstop in Washington hulp voor hun ontwikkeling. De oorlog tegen Joegoslavië mag niet verhullen dat de jonge breekbare democratieën in de regio veel hulp nodig hebben voor hun ontwikkeling, terwijl ze enkel schade lijden door de oorlog en buiten de Europese Unie en de NAVO worden gehouden.

De Bulgaarse president Petar Stojanov heeft gisteren in een lezing in Washington, niet ver van de NAVO-top, beklemtoond dat Bulgarije en Roemenië bijvoorbeeld te lang alleen gelaten zijn om de gigantische problemen, „geërfd van 45 jaar communistische neergang”, te lijf te gaan.

Bulgarije bijvoorbeeld heeft naar schatting 6 miljard dollar aan inkomsten gemist tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995) door de sancties tegen Joegoslavië na te leven. Het derft nu opnieuw veel inkomsten door het conflict met Milosevic. „Dat is waarom de meerderheid van de Serviërs in onze (democratische) landen geen echt alternatief ziet voor het communistische nationalisme van Milosevic. Wat zij zien in hun omgeving is de democratie van de armoede, geen enkele democratie van voorspoed”, aldus Stojanov.

Er is een nieuwe benadering van de Balkan nodig, die niet alleen vrede nastreeft maar ook economische en sociale ontwikkeling. Bulgarije, Roemenië en Macedonië kunnen niet enkel buffers tussen Joegoslavië en het Westen zijn. Deze drie landen moeten van de NAVO ook de verzekering krijgen dat ze lid kunnen worden, vindt Stojanov.

De Roemeense minister van Buitenlandse Zaken, Andrei Plesu, zei gisteren in Washington dat zijn land wekelijks tientallen miljoenen dollars aan inkomsten derft als gevolg van de oorlog tegen Joegoslavië. Maar hij waarschuwt voor ernstiger bijverschijnselen. Het gaat om de opkomst van een steeds radicaler nationalisme en grote twijfels over de NAVO zelf. Het westerse gedachtegoed over democratie en rechtstaat staat onder grote druk door de aanhoudende armoede in de regio. Als mensen niets anders meer hebben klampen ze zich vast aan hun nationale identiteit, aldus Plesu.