Buitenland22 april 1999

Nederland wil steun Moskou bij voedselhulp

Dolfijn mag niet op
Servische marine jagen

DEN HAAG – De NAVO mag de Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. Dolfijn niet inzetten voor de jacht op Joegoslavische marineschepen in de Adriatische Zee. De taak van de onderzeeër is beperkt tot bescherming van de NAVO-vloot en het vergaren van inlichtingen over eventuele acties van de Joegoslaven.

Dat verklaarde minister De Grave van Defensie gisteren tijdens een algemeen overleg met de Tweede Kamer over de crisis in Kosovo. Een actieve rol van de Dolfijn zou volgens de VVD en CDA een uitbreiding van het mandaat hebben betekend, waarvoor de Kamer het kabinet nog geen toestemming heeft gegeven.

Militaire bronnen bij de NAVO wijzen erop dat als een Joegoslavisch schip zich buiten de haven vertoont en zich binnen schootsafstand van een NAVO-schip beweegt, dat al een „vijandige daad” is. „En dan moeten ze snel weg zijn”, is de dreigende boodschap. De Joegoslavische marine heeft in Montenegrijnse havensteden patrouilleboten en fregatten. Van de vier onderzeeboten is er slechts een in staat uit te varen.

In de Tweede Kamer stemden vrijwel alle fracties, met uitzondering van de SP, in met de extra Nederlandse inzet in het conflict. Naast de Dolfijn, stuurt Den Haag nog eens vier F-16's naar de Italiaanse vliegbasis Amendola plus 55 manschappen. Een al in het operatiegebied aanwezige Nederlandse Orion en het fregat Bloys van Treslong moeten gedurende 2 maanden de Dolfijn bij zijn activiteiten ondersteunen.

Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken herhaalde dat er binnen de negentien lidstaten van de NAVO nog geen plannen bestaan voor een offensieve inval met grondtroepen in de Servische provincie. Ook in het Nederlandse standpunt, dat zich tegen een dergelijke operatie uitspreekt, is niets veranderd, aldus de bewindsman.

Rusland
De minister constateerde voorts dat de Russische Federatie zich constructiever opstelt in het zoeken naar een politieke oplossing voor het conflict. Moskou wenst zich niet langer door steun aan de Joegoslavische leider Milosevic in een isolement te plaatsen, aldus Van Aartsen. De benoeming van Tsjernomyrdin als Russische gezant in Belgrado kan wellicht bijdragen tot een oplossing, verwacht hij.

Een Veiligheidsraadsresolutie heeft volgens de bewindsman alleen zin als daarover met Moskou overeenstemming is bereikt. Nederland zal zich in een dergelijke resolutie op verzoek van de Kamer ook sterk maken voor een passage over de rol van het Joegoslavië-tribunaal. Van Aartsen beloofde de Kamer voorts te proberen de medewerking van Moskou te krijgen voor voedseldroppings in Kosovo.