Buitenland21 april 1999

Thatcher hekelt
slappe opstelling
jegens Milosevic

LONDEN – Barones Margaret Thatcher, de voormalige Britse premier, heeft gisteren fel uitgehaald naar westerse leiders wier Kosovo-beleid in haar ogen ernstig tekortschiet.

Thatchers verwijt geldt vooral de weigering om grondtroepen in te zetten. „Een oorlog uitvechten met een hand op de rug gebonden is de manier om hem te verliezen”, waarschuwde zij.

Thatcher voerde het woord aan een banket in Londen dat was georganiseerd om te gedenken dat zij 20 jaar geleden de verkiezingszege boekte die haar tot de eerste vrouwelijke Britse premier zou maken. Zij hamerde erop dat de westerse mogendheden bereid moeten zijn het hoofd te bieden aan de wisselende eisen die oorlogvoering stelt, „inclusief, als dat nodig is, de stationering van grondtroepen.”

Thatcher zei verder dat de aanval op de Joegoslavische president Slobodan Milosevic 8 jaar te laat komt. Volgens haar heeft het Westen Milosevic ernstig onderschat. „Wij hebben niet te maken met een kleine boef wiens lokale wreedheden ons van tijd tot tijd minder aangenaam kunnen treffen, het regime van Milosevic en de genocidale ideologie daarachter vertegenwoordigen iets heel anders: een waarlijk monsterlijk kwaad dat niet louter kan worden beheerst of beperkt, maar dat volledig moet worden verslagen.”

Volgens Thatcher verdient Kosovo nu volledige onafhankelijkheid, aanvankelijk onder internationale bescherming. Een verdeling van het gebied in een Servisch en een Albanees deel acht zij achterhaald, omdat daarmee geweldpleging en etnische zuivering beloond zouden worden. „Er is altijd methodiek in de waanzin van Milosevic. Hij is een meester in het gebruiken van menselijke vloedgolven aan vluchtelingen om zijn buren te destabiliseren en zijn tegenstanders te verzwakken”, zei Thatcher.