Buitenland21 april 1999

Amerikanen gaan bondgenoten polsen

In VS groeit animo
voor boycot Belgrado

WASHINGTON – Nu het politieke effect van de NAVO-luchtaanvallen op Joegoslavië nog onzeker is, willen de Verenigde Staten de druk op Belgrado verder vergroten met een economisch embargo.

De Amerikanen willen hun bondgenoten daarover polsen op de driedaagse topconferentie die vrijdag in Washington begint en die wordt gehouden ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de NAVO.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright bepraat de bondgenoten om hun steun te krijgen voor een embargo op geraffineerde olie tegen Joegoslavië. Ook Rusland is om medewerking gevraagd aan het embargo, dat mogelijk voorziet in het op zee onderscheppen van olietankers.

Frankrijk heeft echter zijn twijfel geuit over het nieuwe Amerikaanse initiatief. Het land wijst erop dat Joegoslavië niet officieel de oorlog is verklaard. Griekenland meent dat de VS een eventueel embargo via de Verenigde Naties moeten regelen.

In een telefoongesprek met de Russische minister van Buitenlandse Zaken Igor Ivanov vroeg Albright de Russen ook Belgrado voorlopig technologie en informatie van inlichtingendiensten te blijven onthouden.

De Russische president Boris Jeltsin sluit een interventie van zijn land om Joegoslavië te hulp te komen uit. Maandag vroeg hij de Amerikaanse president Bill Clinton in een telefoongesprek de luchtaanvallen te staken om te proberen met diplomatie tot een oplossing te komen.

Albright hoopt met het olie-embargo te voorkomen dat Joegoslavië op andere manieren brandstof krijgt voor zijn oorlogsmachine nu de NAVO de Joegoslavische raffinaderijen en olieopslagplaatsen grotendeels heeft verwoest.

Consensus
Nationaal veiligheidsadviseur Sandy Berger zei dat de deelnemers aan de NAVO-top wellicht ook zullen praten over het sturen van grondtroepen. Vooralsnog verwachtte hij echter dat de NAVO de luchtcampagne zal voortzetten. „De consensus is om de koers te handhaven”, zei hij.

In het Congres hebben Republikeinen het verzoek van president Clinton om 6 miljard dollar aanvullende financiering voor de strijdkrachten aangegrepen om daar nog een schep bovenop te doen, tot 10 of zelfs 18 miljard dollar. „De regering-Clinton heeft de strijdkrachten de afgelopen 7 jaar ingekrompen en de crisis in Kosovo heeft aan het licht gebracht hoe onze nationale veiligheid nu echt in gevaar is gekomen”, zei voorzitter Dennis Hastert van het Huis van Afgevaardigden.

Zeven senatoren hebben er intussen op aangedrongen de president als opperbevelhebber van de strijdkrachten volmacht te geven „alle noodzakelijke geweldsmiddelen” te gebruiken, een stap die de weg kan openen naar de inzet van grondtroepen. „Ik hoop dat deze resolutie de regering en onze bondgenoten zal aanmoedigen de moed en vastbeslotenheid te vinden om deze oorlog te voeren op de manier die het meest waarschijnlijk leidt naar een spoedig eind”, zei senator John McCain, de voornaamste indiener van het voorstel.