Serviërs jagen moslims
uit Montenegro weg

ROZAJE – Het Joegoslavische leger heeft de inwoners van drie overwegend islamitische dorpen in Montenegro bij de grens met Kosovo uit hun huizen verdreven, om de dorpen te kunnen gebruiken als tweede frontlijn. Dat hebben verjaagde dorpsbewoners gisteren verteld.

Meer dan 400 mensen uit de dorpen Bukelj, Dacici en Kaludjerski Laz kwamen in de stad Rozaje aan met verhalen die leken op die van etnisch Albanese vluchtelingen uit Kosovo. Onder hen waren ook mensen die eerder uit Kosovo waren gevlucht.

Onbekenden hebben zes mensen in een Albanees dorp op de grens tussen Kosovo en Montenegro doodgeschoten. Dat meldt ook de onafhankelijke Montenegrijnse krant Vijesta vandaag. De zes werden volgens de krant in het dorp Kaludjerski Laz gedood toen een groep Kosovaarse vluchtelingen onder vuur werd genomen vlak nadat ze de grens met Montenegro waren overgestoken.

Volgens de dorpsbewoners sloot het Joegoslavische leger vanuit Kosovo de grens met Montenegro en werd de bewaking van de grens tussen Montenegro en Kosovo verscherpt. Op de wegen naar de hoofdstad Podgorica zagen ze tientallen controleposten. De Montenegrijnse vice-premier Dragisa Burzan kon niet bevestigen of de grens van Montenegro is afgesloten, maar zei dat zijn regering wel militaire bewegingen had opgemerkt in het grensgebied.

Miftar Dacic (38) uit Dacici vertelde dat hij door een soldaat is geslagen en werd gedwongen huizen af te gaan om te zeggen dat de bewoners moesten vertrekken. De soldaten kwamen volgens hem zondagochtend aan in jeeps en vrachtwagens zonder nummerborden. Ze begonnen meteen loopgraven aan te leggen en artillerie te installeren.

Saban Ljajic, een 24-jarige inwoner van Kaludjerski Laz, had een blauw oog en hechtingen in zijn wenkbrauw. „Ze stonden naast een jeep waarop ”Militaire politie” stond en zeiden dat ik uit mijn auto moest komen”, vertelde hij. „Ik moest mijn armen omhoog doen en ze sloegen me achter op mijn hoofd. Een van hen ontgrendelde zijn geweer en zei: „Laten we hem vermoorden.” Ljajic werd geslagen tot hij bewusteloos was.

Aimone Hajdaraj (34), die Kaludjerski Laz gisterochtend verliet, zei dat een groep vluchtelingen uit Kosovo werd beschoten toen ze zaten uit te rusten in het dorp. Een jongen, twee bejaarde mannen en een bejaarde vrouw zouden daarbij zijn omgekomen.

De prowesterse regering van Montenegro, dat samen met Servië Joegoslavië vormt, heeft zich gedistantieerd van de regering in Belgrado. In Montenegro probeert de regering de vrede te bewaren tussen voorstanders van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic en meer gematigde Montenegrijnen.

Krijgsraad
De premier van Montenegro, Filip Vujanovic, heeft het Joegoslavische leger gisteren gewaarschuwd zijn vice-premier geen haar te krenken. De Joegoslavische militaire politie meldde zondag vice-premier Novak Kilibarda voor de krijgsraad te willen slepen wegens ondermijning van de landsverdediging.

Volgens Vujanovic zou een eventuele arrestatie tot grote spanningen in Montenegro leiden. Het leger heeft niet de vice-premier, maar de hele regering in het vizier, zo beweerde Vujanovic. „Een arrestatie zou een schadelijk precedent scheppen.”

Vice-premier Kilibarda zei in februari in een kranteninterview dat Montenegrijnen dienst moeten weigeren en het water en de elektriciteit van federale kazernes moeten afsnijden als er een conflict zou komen tussen Montenegro en de federatie.