Buitenland20 april 1999

Gebouw zou doelwit van NAVO zijn

Servisch tv-complex
deels geëvacueerd

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – Het hoofdkantoor van de Servische televisie in Belgrado is gisteren deels geëvacueerd. De NAVO had kritiek geuit op het propagandistische karakter van de uitzendingen en had gesuggereerd dat het station het doelwit zou kunnen worden van aanvallen.

De Servische Staatstelevisie weigert alle in de hoofdstedelijke omroepcentrale werkende buitenlandse journalisten „verdere gastvrijheid.” Alle internationale verslaggevers en technici moesten het gebouw verlaten. Het is nog niet duidelijk welke consequenties het wegvallen van de technische steun voor de buitenlandse media heeft.

Het Pentagon waarschuwde gisteren westerse nieuwsorganisaties opnieuw dat de veiligheid van de journalisten die in Belgrado werken, niet kan worden gegarandeerd. Kenneth Bacon, woordvoerder van minister van defensie William Cohen, zei in antwoord op een vraag of Servische tv-faciliteiten het doelwit van NAVO-aanvallen kunnen worden, dat weliswaar niet over doelen kan worden gesproken, maar dat al verscheidene weken geleden was gewaarschuwd dat de veiligheid van niemand in Belgrado kan worden gegarandeerd, ook niet van nieuwsorganisaties. „Het is een gevaarlijk gebied, en nieuwsorganisaties dienen daar rekening mee te houden”, aldus Bacon.

Een hoge regeringsfunctionaris, Goran Matic, uitte zijn woede over de dreigementen, die volgens hem het zwijgen moeten opleggen aan de stem van de oppositie tegen het luchtoffensief. „Sinds wanneer zijn journalisten militaire doelen die moeten worden vernietigd?” vroeg Matic retorisch op een persconferentie in Belgrado die werd bijgewoond door tientallen lokale en buitenlandse verslaggevers. „Dit is ongekende druk, niet alleen in de geschiedenis van de journalistiek, maar ook in de geschiedenis van de oorlogvoering”, vervolgde hij.

Afstandelijkheid
De Duitse persraad heeft gisteren opgeroepen tot meer afstandelijkheid in de berichtgeving over de oorlog in Kosovo. De persraad is een door de media zelf in het leven geroepen controleorgaan dat aanbevelingen doet. Woordvoerster Ursula Ernst-Flaskamp riep op „bij meldingen over de oorlog in Kosovo, over de militaire acties en over de misdaden het vaak eufemistische taalgebruik van deelnemers en daders niet onkritisch over te nemen.” Voorts zou de oorlog en de daarin „jammer genoeg voorkomende misdaden” geen reden moeten zijn voor een ongepaste sensationele berichtgeving.

De raad wees er bovendien op dat berichten over het lijden van de slachtoffers grenzen moeten hebben. De waardigheid van getroffen mensen mag niet door een overdreven 'tentoonstelling' aan lezers en kijkers geschonden worden. De in de perscode verankerde plicht tot waarheidsgetrouwe informatie vereist van de media dat zij de lezer en de kijker informeren of de berichten en beelden gebaseerd zijn op eigen waarneming of berusten op gegevens van derden, aldus de raad.