Buitenland19 april 1999

NIPO peilt mening van Nederlanders

„Crisisbeheersing is
hoofdtaak NAVO”

AMSTERDAM – De belangrijkste taken van de NAVO zijn crisisbeheersing en vredeshandhaving. Dit blijkt uit een zaterdag gepresenteerde steekproef, die het dagblad Trouw en de Stichting Maatschappij en Strijdkracht het NIPO hebben laten uitvoeren onder 980 mensen van 18 jaar en ouder.

Een overgrote meerderheid van 85 procent vindt de NAVO ook na de Koude Oorlog nodig voor de Europese veiligheid. Slechts 1 procent vindt de organisatie „absoluut overbodig.”

Van de ondervraagden zegt 56 procent dat crisisbeheersing en vredeshandhaving de voornaamste taken van de NAVO behoren te zijn. Verdediging van het grondgebied van NAVO-lidstaten wordt door bijna een kwart (24 procent) als eerste prioriteit gezien. Slechts 11 procent meent dat humanitaire hulp op de eerste plaats moet komen. Europese veiligheid is voor 45 procent een noodzakelijk motief voor Nederlandse inzet bij een NAVO-missie.

Ruim de helft (54 procent) van de ondervraagden meent dat de NAVO wereldwijd moet opereren. Eenderde (34 procent) vindt dat dat alleen in Europa en directe omgeving zou moeten gebeuren. Ruim de helft in de steekproef (54 procent) wil de leidende rol van de Amerikanen op het huidige niveau houden.

Het onderzoek naar het draagvlak van de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie binnen Nederland is gehouden met het oog op het vijftigjarig bestaan van de alliantie. De uitkomsten verschillen nauwelijks als gekeken wordt naar politieke kleur.

Uit de enquête blijkt dat ook kiezers van GroenLinks en de SP vinden dat de taken van de NAVO voor het belangrijkste deel op het vlak van crisisbeheersing en vredeshandhaving liggen. Van de GroenLinks-stemmers vindt 59 procent dat, bij de SP-volgelingen 44. In de Tweede Kamer echter stemde de SP tegen acties in Joegoslavië, en binnen GroenLinks is daarover een flinke discussie gaande. Het percentage onder GroenLinks ligt zelfs boven dat van de kiezers op regeringspartijen PvdA en D66 en oppositiepartner CDA.

Bij GroenLinks en de SP ligt het percentage dat voor humanitaire hulpverlening kiest wel ruim boven dat van de andere partijen. De Socialistische Partij en de kleine christelijke fracties zijn, net als de grote partijen, voor het overgrote deel van mening dat de NAVO wereldwijd actief moet zijn.

Verschil tussen de bevolking is wel te constateren bij de vraag of de NAVO „absoluut nodig” is. Onder de aanhang van de PvdA en VVD is respectievelijk 50 en 63 procent het daarmee eens. Bij GroenLinks en SP ligt dat op ongeveer 37 procent.