Buitenland19 april 1999

Schulden Albanië en Macedonië bevriezen

Financieel hulppakket
voor Balkanlanden

DRESDEN – De Balkanlanden die zwaar worden getroffen door de Kosovo-oorlog krijgen waarschijnlijk snel financiële hulp. De Wereldbank overweegt Albanië en Macedonië noodhulp te geven, omdat die landen het hardst getroffen zijn door de stroom vluchtelingen uit Kosovo.

Daarnaast wordt vandaag bij het begin van de vergadering van de Oost-Europa Bank eveneens gesproken over hulp aan de verzwakte Zuid-Europese landen. Dit bleek na afloop van de vergadering van de ministers van Financiën van de Europese Gemeenschap in Dresden.

„In de marge van de bijeenkomst van de Oost-Europa Bank vergaderen allerlei internationale financiële instituten om de hulp te bespreken”, verklaarde Jan-Willem Oosterwijk, hoge ambtenaar van het Nederlandse ministerie van Financiën. Hij sprak namens minister Zalm, die niet naar Dresden was gegaan.

Wereldbankpresident James Wolfensohn verklaarde dat zijn organisatie overwoog Albanië en Macedonië te helpen met noodhulp. Hij wilde echter niet zeggen waaruit die hulp zou bestaan. Ook de Europese Gemeenschap wil in actie komen om de zwaar getroffen landen te ondersteunen.

De schulden van de twee landen worden bevroren, waarna Albanië en Macedonië hun leningen voorlopig niet meer hoeven af te betalen. Het schuldenmoratorium zou de schuldeisers de komende 2 jaar ongeveer 360 miljoen gulden gaan kosten. De Duitse regering neemt op de komende kabinetsvergadering al een besluit over het bevriezen van de afbetalingslast. De andere landen vergaderen nog deze maand in de speciale Club van Parijs.