Buitenland17 april 1999

Slechts eenlingen plaatsen kanttekeningen bij operatie Kosovo

Tijdens een oorlog sluiten
de Britten de rijen

Van onze correspondent
LONDEN – Ook in Groot-Brittannië sluit een oorlog de rijen. Op het moment dat van Britse militairen wordt gevraagd hun leven in de waagschaal te stellen, plegen de oppositiepartijen zich volledig achter de regering te scharen. Het gebeurde tijdens de Falklandoorlog, het gebeurde tijdens de Golfoorlogen en het is ook nu gebeurd.

Natuurlijk zijn er dissidente stemmen te horen, maar die behoren toe aan eenlingen. De ongeschreven wet luidt dat ten tijde van grote conflicten zelfs de schijn van interne verdeeldheid vermeden dient te worden, omdat zij voedsel geeft aan de propagandamachine van de vijand.

In de aanloop tot de Balkanoorlog is binnen het Britse Lagerhuis nauwelijks van enige diepgaande gedachtewisseling sprake geweest over de mate van militaire steun die Groot-Bittannië in NAVO-verband zou geven. Toen de regering-Blair een beslissing had genomen, stond het parlement voor een voldongen feit en kon het vanuit het loyaliteitsbeginsel –er was immers al oorlog– de premier niet terugfluiten. In de praktijk betekent het dat in dergelijke situaties de parlementaire toetsing voor een groot deel wegvalt.

Grondtroepen
Zelden is de macht van een Britse premier groter dan tijdens militaire acties. De vraag in hoeverre de doorsnee Brit voor het begin van de strafbombardementen achter de acties stond, is door de escalatie van de afgelopen weken alleen vanuit historisch perspectief nog relevant. Evenals elders binnen het bondgenootschap, heerste er een diepe morele verontwaardiging over het Servische optreden in Kosovo.

Het toeroepen van een halt aan de mogelijkheid dat Servische troepen een hele bevolking zouden gaan uitroeien, rechtvaardigde volgens de algemene stemming een strafexercitie tegen een soevereine staat, temeer daar die staat in Europa ligt. Daarbij werd het voorgesteld dat Milosevic, zeker na aanhoudende precisiebombardementen, snel door de knieën zou gaan.

Die misrekening van de NAVO, met als gevolg dat voor de Kosovaren het tegendeel is bereikt van hetgeen werd beoogd, heeft geen weerslag gehad op de publieke opinie. Integendeel. De aanhoudende mensonterende beelden van stromen vluchtelingen en hun gruwelverhalen over moorden, mishandelingen en verkrachtingen lijken de bereidheid te hebben vergroot voor verderstrekkend optreden.

Steeds vaker valt te beluisteren dat Groot-Brittannië, om een diaspora te vermijden, grondtroepen zal moeten inzetten voor het creëren van veilige havens binnen Kosovo. Als daartoe een grondoorlog moet worden gevoerd, zij dat zo. Slobodan Milosevic, bij voortduring vergeleken met Adolf Hitler, moet militair worden uitgeschakeld, niet alleen om de Kosovaren maar ook om het prestige van de NAVO te redden.

Britse pers
Drie weken geleden was die denktrant hooguit gemeengoed onder militaire deskundigen en zeker niet onder bredere lagen van de bevolking. Sinds het begin van de bombardementen is het aanzien van premier Tony Blair nog verder gegroeid. Volgens een opiniepeiling is hij de populairste premier aller tijden, populairder nog dan Margaret Thatcher tijdens de Falklandoorlog.

Ook de Britse pers heeft hij grotendeels aan zijn zijde. Het schandaalblad The Sun bijvoorbeeld, dat voor zijn lezerspubliek van ruim 3 miljoen voetbalevenementen pleegt te verslaan alsof het om een oorlog gaat en over een oorlog bericht als betrof het een voetbalwedstrijd. Op de eerste dag van de bombardementen schreeuwde het blad van de voorpagina ”Clobba Slobba” (”Clobber Slobodan” – ”Geef Slobodan op zijn falie”). In het blad is weer sprake van „onze jongens”, die op vliegvelden in Italië raketten inpakken met teksten als: „Geef deze maar aan Slobbo.”

En de catastrofale vergissing van de NAVO om een vluchtelingenkonvooi te bombarderen wordt verklaard uit een krijgslist van het oppercommando in Belgrado. „Eerst verleiden de Serviërs NAVO-vliegtuigen om vluchtelingen aan te vallen en vervolgens pompen ze zelf granaten in de slachtoffers.” The Sun maakte echter van meet af aan één voorbehoud: geen Britse grondtroepen naar Kosovo, en houdt dat standpunt nog steeds vol.

Verwarring
Bij de kwaliteitsbladen valt een omgekeerde trend te bespeuren. Aanvankelijk stonden ze merendeels sceptisch tegenover de NAVO-bombardementen, die zich eerder op morele dan op militaire gronden lieten verdedigen. Nu hun bedenkingen van het eerste uur bewaarheid zijn geworden en Britse militaire deskundigen een continuering van de luchtaanvallen tot ver in de zomer voorspellen, is er van een schifting sprake. Daaruit blijkt een verwarring die lijkt te weerspiegelen wat zich binnen de boezem van de regering en het NAVO-oppercommando voltrekt.

Zo schrijft de bekende Times-commentator Simon Jenkins: „De NAVO had niets van doen met de halfhartige onderhandelingen over autonomie van Kosovo. Zij heeft er net zo weinig te maken als in Roemenië of Koerdistan of Azerbeidzjan of, voor mijn part, Spaans Baskenland of Noord-Ierland. Kosovo's autonomie ligt daar waar die lag toen Groot-Brittannië het nieuwe, ingekrompen Joegoslavië erkende: in de handen van Milosevic. Een invasie van de verlaten dalen en die proberen te verdedigen tegen Servische troepen is kostbaar en zinloos. Het onderwerpen van Servië aan een eindeloze blitz bij wijze van straf is obsceen. Mr. Milosevic is een onmens, maar hij is geen Hitler of Stalin. Hij is geen derde wereldoorlog waard.”

In het Londense blad Evening Standard trekt Jenkins een vergelijking met Hitlers bombardementen van Londen in '40-'41. Het effect, afgezien van materiële schade, was niet wat de agressor verwachtte. Bommen konden het moreel niet breken. Integendeel. Het bombarderen van grote steden is, aldus Jenkins, contraproductief. Door de oorlog naar Belgrado te brengen heeft de NAVO de steun voor Milosevic in eigen land vergroot. „Er zijn natuurlijk twee uitzonderingen op de regel dat bombarderen van steden niet helpt, en dat zijn de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.” Wat bedoelde minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook eigenlijk, zo vraagt Jenkins zich af, toen hij beweerde dat de bombardementen op Belgrado zullen doorgaan tot de klus is geklaard?

De felheid waarmee commentator Jenkins zich tegen de acties tegen Servië keert, wordt in zijn eigen blad in een hoofdartikel ondergraven. Daarin wordt gesteld dat het zenden van grondtroepen onafwendbaar is. Het is typerend voor het dilemma waarin niet alleen de pers maar heel Groot-Brittannië zich gevangen weet, temeer daar niemand nog heeft uitgelegd wat de NAVO-staten precies in Joegoslavië proberen te bereiken nu de Rambouillet-voorstellen van de baan zijn.

En ook de doelstellingen van premier Tony Blair zijn naarmate de zaken escaleren aan het schuiven geslagen als een deklading in stormtij. Drie weken geleden wees hij het zenden van Britse grondtroepen anders dan als een soort politiebegeleiding van terugkerende Kosovaren van de hand. Inmiddels heeft hij zo veel slagen om de arm gehouden, dat Britse deelneming aan een invasiemacht niet ondenkbaar is.