Buitenland16 april 1999

Mondjesmaat berichten over Albanese vluchtelingen

Russische politici profiteren van
desinformatie over Balkan-conflict

Van onze correspondent
MOSKOU - De overgrote meerderheid in de Doema, het Russische parlement, heeft zojuist ingestemd met de opstelling van een wetsvoorstel om de twee meest liberale televisiestations van het land, ORT en NTV, te verbieden. Volgens de parlementsleden zouden deze stations de laatste dagen een „ontoelaatbare zelfstandigheid” hebben getoond in de wijze van berichtgeving over de oorlog in Joegoslavië.

„Er zijn steeds meer reportages te zien die suggereren dat er een grote stroom Albanese vluchtelingen uit Kosovo op gang is gekomen als gevolg van Servische agressie”, aldus een communistisch parlementslid. „En dat is volkomen in strijd met de standpunten van onze president, regering en parlement.”

De Russische bevolking had tot nu toe dan ook nog weinig vernomen over de gewelddadige onderdrukking en verjaging van de Albanezen in Kosovo. Terwijl in het Westen de beelden en verhalen van de honderdduizenden Albanese vluchtelingen dag en nacht door de media worden verspreid, sijpelt deze informatie hier pas sinds de afgelopen week voorzichtig door. Hoewel de geschreven en audiovisuele media ook hier geheel in het teken staan van de oorlog in Joegoslavië krijgt de Russische bevolking voornamelijk maar een kant van het verhaal te horen, namelijk de pro-Servische en dus antiwesterse.

Servische vluchtelingen
De meeste Russische nieuwsuitzendingen openen hun programma's bijna altijd met beelden van een gebombardeerd Servië en een gesprek met de correspondent in Belgrado die permanent meldt dat het vooral de Servische burgerbevolking is die op grote schaal lijdt onder de oorlog. Daarbij worden er uiteraard uitgebreid interviews getoond met Servische burgers die dit bevestigen. De eerste dagen zou er al sprake geweest zijn van duizenden doden onder de Servische burgerbevolking, duizenden Servische vluchtelingen en onherstelbare schade aan een grote reeks historische en culturele Servische objecten.

Behalve dat krijgen ook de Russische vredesinitiatieven enorme aandacht. Rusland zou het enige land in de wereld zijn dat de „Amerikaanse agressie tegen de Servische broeders” kan stoppen. De Joegoslavische president Milosevic zou volgens de Russen allang bereid zijn tot vrede, maar dit zou „niet in het belang zijn van de agressieve NAVO die van Kosovo een Amerikaans protectoraat wil maken”, aldus een veelgehoorde redenering.

Vooral de eerste weken werd er nauwelijks een woord gerept over de Albanese bevolking van Kosovo. Zelfs reportages uit Kosovo zelf toonden alleen maar Serviërs. Volgens de Russische televisie waren die op grote schaal het slachtoffer van zowel de NAVO-bombardementen als de agressie van het Albanese Bevrijdingsleger, dat steevast met Tsjetsjeense terroristen wordt gelijkgesteld. Zo toonde een Servische inwoner van de Kosovaarse hoofdstad Pristina aan een Russische cameraploeg uitgebreid zijn „door de bombardementen getroffen woning.” En dezelfde cameraploeg ontsnapte enige tijd later „ternauwernood aan een aanslag van het Albanese Bevrijdingsleger.”

Geen aandacht voor Albanezen dus, maar des te meer voor Russen, die vanwege de oorlog gedwongen waren Joegoslavië te verlaten. Vooral de eerste weken werden ze uitgebreid geïnterviewd en vrijwel zonder uitzondering riepen ze emotioneel op tot Russische militaire steun aan Joegoslavië.

Hongerstaking
Dit beeld van de oorlog sluit natuurlijk goed aan op de stemming onder een groot aantal nationalistische en communistische Russische politici, die ondanks de internationale sancties tegen Joegoslavië op grote schaal wapens willen gaan leveren aan dat land. En de media tonen uitgebreid hun wensen.

Meer genuanceerde Russische politici, vooral te vinden onder de liberalen, krijgen echter nauwelijks het woord. Een van hen, het parlementslid Konstantin Borovoi, is daarom zelfs in hongerstaking gegaan. Volgens deze liberale politicus zijn alle acht interviews met hem waarin hij toelicht waarom hij voorstander is van de bombardementen, op het laatste moment niet uitgezonden vanwege zijn anti-Servische houding. Ook beelden waar hij samen met andere liberale politici met een Amerikaanse vlag demonstreert nabij de Amerikaanse ambassade tegen de etnische zuiveringen door Belgrado, zijn uit alle nieuwsuitzendingen geknipt.

Voor de meeste Russische kranten geldt hetzelfde verhaal. Toch waren het de kranten die de eerste berichten publiceerden over de grote stroom Albanese vluchtelingen. Hoewel deze aanvankelijk vooral uitgelegd werd als het directe gevolg van de NAVO-bombardementen, verschenen er de afgelopen week ook mondjesmaat berichten over Servische agressie in Kosovo. Het enige Russische onafhankelijke televisiestation NTV was de eerste televisiezender die deze informatie oppakte en beelden toonde van vluchtelingen in Macedonië en Albanië, aanvankelijk alleen helemaal aan het einde van de nieuwsuitzending.

Monopolie doorbroken
Toch is hiermee het monopolie van de zeer eenzijdige pro-Servische berichtgeving doorbroken. En onlangs is zelfs Ruslands belangrijkste televisiezender ORT, dat in geheel Rusland en ook nog in een deel van de GOS-landen te zien is, voorzichtig begonnen met het tonen van Albanese vluchtelingen. En dat heeft uiteraard grote gevolgen voor de publieke opinie in Rusland, zeker als men zich realiseert dat in het verarmde Rusland, waar velen geen krant meer hebben, de televisie verreweg de belangrijkste informatiebron is voor de bevolking, zeker in de provincie.

Nu er dus meer aandacht is voor de agressieve daden van de tot nu toe als vredelievend afgeschilderde Serviërs, zal de antiwesterse stemming enigszins worden getemperd. En dat is natuurlijk niet in het belang van de oorlogszuchtige nationalistische en communistische Russische politici, die het liefst nog vandaag optrekken naar de Balkan om mee te strijden aan de kant van hun Servische broeders. Vandaar ook hun eis in de Doema deze televisiestations zo snel mogelijk te verbieden.