Buitenland16 april 1999

Bombardementen gaan door

BELGRADO – Ondanks het „tragische incident” waarbij woensdag mogelijk door een NAVO-bom tientallen doden zijn gevallen, gingen de bombardementen van het bondgenootschap op Joegoslavië gisteren en vandaag door.

Legerkazernes, televisiezendinstallaties en bruggen in heel Joegoslavië waren het doelwit. De vluchtelingenstroom uit Kosovo naar Albanië en Macedonië hield aan.

Bij het vallen van de avond waren gisteren tientallen krachtige explosies te horen even buiten Podgorica, de hoofdstad van Montenegro, dat samen met het grotere Servië de Joegoslavische Federatie vormt. Bij de luchtmachtbasis en het vliegveld buiten de stad was een grote rookwolk te zien.

Ook in Belgrado klonk na het invallen van de duisternis het luchtalarm. Volgens de staatstelevisie is het vliegveld van de hoofdstad onder vuur genomen. Aan de overkant van de Donau werd een elektriciteitscentrale behorend bij de grootste olieraffinaderij van het land, in Pancevo, geraakt.

Volgens het persbureau Tanjug werd ook in Novi Sad een raffinaderij getroffen, waarbij brand uitbrak. Ook werd de stad Subotica, bij de grens met Hongarije, onder vuur genomen. Eerder op de dag zeiden ooggetuigen dat een Joegoslavisch marineschip voor de kust van Montenegro drie raketten had afgevuurd, kennelijk in een poging NAVO-vliegtuigen te raken.

Servische troepen bestookten het grensgebied van Noord-Albanië met artillerie- en mortiergranaten in aanhoudende gevechten met het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK) dat vanuit Noord-Albanië opereert. Volgens waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zijn de voorgaande 24 uur bij gevechten langs de grens vijf UCK-strijders omgekomen.

Enkele van de Servische granaten kwamen neer in de buurt van de grensovergang Morini, waar veel vluchtelingen de grens oversteken en internationale hulpverleners een hulppost hebben ingericht. Ook de Albanese dorpjes Padesh en Kamenica werden door de Serviërs bestookt. Kamenica was eerder deze week korte tijd door Joegoslavische troepen bezet.