Buitenland15 april 1999

Duitse ”Operatie Afstraffing” is nog altijd een dure les

NAVO-militairen bestuderen
Joegoslavisch verzet WO II

WASHINGTON – Nu de Verenigde Staten en de NAVO de inzet van grondtroepen in Joegoslavië overwegen, bestuderen de militaire plannenmakers de geschiedenis van het Joegoslavische verzet in de Tweede Wereldoorlog. Honderdduizenden Duitse soldaten slaagden er destijds niet in het guerrillaverzet in Joegoslavië in te dammen.

De nazi-campagne tegen het Joegoslavische verzet had de naam Operatie Afstraffing, wat de woede weergaf van Adolf Hitler ten opzichte van de Joegoslavische partizanen. Zij zetten hun eigen regering af toen die een pact sloot met Berlijn. De nazi-campagne deed haar naam eer aan: Joegoslavische burgers werden aangevallen met een intensiteit waaraan de NAVO nooit zou denken.

Uiteindelijk werd de Wehrmacht echter zwaar gestraft. En 50 jaar later kunnen uit de geschiedenis nog steeds lessen worden getrokken voor een krijgsmacht die er rekening mee houdt grondgevechten te moeten leveren met de onverschrokken 'Zuid-Slaven' die het Duitse leger teisterden.

Toen de NAVO afgelopen zomer voor het eerst de inzet van grondtroepen bestudeerde, zeiden Amerikaanse plannenmakers, wijzend op de Duitse ervaringen, dat het stationeren van grondtroepen in Kosovo geen goed idee zou zijn. „We kijken altijd naar campagnes uit de geschiedenis bij militaire planning”, zei majoor Shelly Stellwagen, een woordvoerder van het Amerikaanse leger. Maar, waarschuwt ze, dat is niet genoeg. „Je moet naar het grote geheel kijken.”

Koppigheid
Amerikaanse topfunctionarissen hebben wekenlang volgehouden dat ze niet werkten aan plannen voor grondtroepen, maar nu geven ze toe dat sommige varianten daarvan worden bestudeerd en dat die snel kunnen worden uitgevoerd als de NAVO besluit tot een invasie. Amerikaanse Congresleden die gefrustreerd zijn over de nog steeds voortdurende etnische zuivering in Kosovo, dringen aan op een resolutie om de inzet van grondtroepen mogelijk te maken.

Plannenmakers van het Pentagon zeggen dat ze de vergelijking tussen twee duidelijk verschillende legers met verschillend materieel en verschillende politieke contexten niet tot het uiterste zullen doorvoeren. Maar de moeilijkheden van het terrein in Joegoslavië en de koppigheid van de Joegoslavische bevolking blijven volgens hen belangrijke overeenkomsten.

De Duitse invasiemacht van bijna 200.000 manschappen, een getal dat nu ook door Amerikaanse functionarissen wordt genoemd in verband met een vredesmacht voor Kosovo, werd na 1941 teruggebracht tot 60.000, maar bereikte daarna ook een hoogtepunt van 700.000. Desondanks waren de Duitsers niet in staat de Joegoslavische verzetsstrijders te verslaan.

In een geschiedkundige studie van het Amerikaanse leger uit de jaren vijftig staat een waarschuwing voor iedere toekomstige krijgsmacht die een invasie in Joegoslavie overweegt. „Het succes van de (Joegoslavische) guerrillastrijders versterkte de traditie van het verzet tegen buitenlandse bezettingsmachten aanzienlijk”, luidt de conclusie van de studie. „Er bestaat weinig twijfel dat een buitenlandse invasiemacht, of die nu uit het Oosten of uit het Westen komt, vandaag de dag na een succesvolle campagne tegen reguliere troepen van de Balkannaties geconfronteerd zou worden met de formidabele taak vrede te stichten.”