Plaats 'Nederlands'
vluchtelingenkamp
Albanië onduidelijk

DEN HAAG – Het Nederlandse Rode Kruis heeft gisteren nog steeds geen duidelijkheid gekregen van de Albanese autoriteiten over de plek waar in dat land een vluchtelingenkamp kan worden opgezet.

Samen met zijn Belgische evenknie wil het Nederlandse Rode Kruis daarin 5000 tot 10.000 Kosovaarse vluchtelingen gaan opvangen.

De hulporganisatie gokt het meest op een locatie bij de havenstad Vlore. Die plek was in eerste instantie ook toegezegd, maar bureaucratische molens werken traag, en verantwoordelijken twijfelen nu of de plek wel geschikt is. Het Rode Kruis wacht daar niet op en heeft al vrachtwagens uit diverse Europese landen koers laten zetten, in eerste instantie naar de hoofdstad Tirana.

Voor het opzetten en inrichten van het kamp hebben de Nederlandse en de Belgische hulpverleners al 5 miljoen gulden uitgetrokken. De Nederlandse Rode-Kruisdirecteur J. van Ham verwacht dat het kamp minimaal een halfjaar in gebruik zal zijn, terwijl de dagelijkse kosten per vluchteling 6 tot 10 gulden zullen bedragen.

De hulporganisatie heeft bewust gezocht naar een plek bij de kust. Daar is het klimaat aangenamer en meer geschikt om mensen in tenten op te vangen. Bovendien is het daar makkelijker hulpgoederen ter plaatse te brengen, in tegenstelling tot de bergachtige grensplaatsen met Kosovo.