Buitenland15 april 1999

Twijfels over effect van Allied Force

Meer Nederlandse
F-16's voor aanvallen

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Het ministerie van Defensie onderzoekt de mogelijkheden meer vliegtuigen in te zetten voor de NAVO-luchtacties in Joegoslavië. Intussen groeit ook bij Nederlandse militairen de twijfel over het nut van de voortdurende luchtaanvallen.

De opperbevelhebber van de NAVO, Wesley Clark, heeft alle NAVO-landen gevraagd te bezien of ze meer kunnen bijdragen aan de NAVO-luchtvloot in het kader van de acties tegen Joegoslavië, aldus een woordvoerder van Defensie gisteren. Momenteel zijn in totaal twintig Nederlandse toestellen actief betrokken bij de operatie Allied Force. Daarbij gaat het om zestien F-16's die opereren vanaf de Italiaanse basis Amendola, twee KDC-10-tankvliegtuigen die andere toestellen in de lucht kunnen bijtanken en twee transportvliegtuigen.

De meest waarschijnlijke optie voor een uitbreiding van het Nederlandse vliegtuigen zijn de F-16's. De luchtmacht beschikt over in totaal zes squadrons met ieder achttien van deze gevechtstoestellen. „Maar het is natuurlijk afhankelijk van de vraag wat voor soort toestellen de NAVO de komende periode precies nodig denkt te hebben”, aldus een woordvoerder.

De Nederlandse bijdrage aan de luchtacties van de NAVO tegen Joegoslavië is ruimschoots de grootste operatie die ooit door de luchtmacht is uitgevoerd. Nederlandse vliegtuigen hebben inmiddels 422 „sorties” uitgevoerd waarbij in totaal 1623 vlieguren zijn gemaakt. De luchtmacht nam daarmee 11 procent van alle NAVO-vluchten voor zijn rekening. Een woordvoerder zei dat het de afgelopen weken „onmogelijk was gebleken om ons aan de Arbeidstijdenwet te houden.”

Twijfel
Het merendeel van de vluchten heeft plaats in het kader van de luchtverdediging, maar Nederlandse vliegtuigen voeren in toenemende mate aanvalsvluchten uit waarbij bunkers, legerdepots, olieraffinaderijen en militaire konvooien worden gebombardeerd.

Intussen is er onder Nederlandse militairen openlijke twijfel over het effect van de luchtaanvallen. Luitenant-admiraal L. Kroon, de belangrijkste militair adviseur van minister De Grave van Defensie, uitte gisteren tijdens de dagelijkse briefing op het ministerie van Defensie twijfels of de NAVO-luchtacties de Joegoslavische president Milosevic tot inkeer kunnen brengen.

Als de NAVO alleen vanuit de lucht blijft aanvallen, kan de oorlog lang gaan duren, aldus Kroon. Hij suggereerde dat grondtroepen nodig zijn om de strijd in Kosovo in het voordeel van de NAVO te beslechten. De Nederlandse regering verzet zich hevig tegen de inzet van grondtroepen.

Rotterdam
Vanuit Vlissingen is vanmorgen vroeg Hr. Ms. Rotterdam vertrokken. Het grootste schip van de Koninklijke Marine gaat meedoen aan de humanitaire hulpoperatie Allied Harbour in Albanië. Naast de vaste bemanning van de Rotterdam zijn er ruim 400 militairen van marine en landmacht aan boord. Verder bergt het schip twee Lynx-helikopters, ruim zestig legervoertuigen en 45 aanhangwagens, plus rantsoenen en munitie, en materiaal om een noodhospitaal in te richten.

Als de huidige lading over een week op de kust van Albanië is afgezet, haalt de Rotterdam in Italië materieel op voor vervoer naar Albanië. Die voertuigen, voor 140 uit te zenden militairen van de transportcompagnie van de landmacht, gaan over land naar Italië. Daarna krijgt het schip voor de kust van Albanië een ondersteunende taak. Het heeft behalve de twee helikopters enkele landingsvaartuigen aan boord voor vervoer van vluchtelingen en hulpgoederen, en kan indien nodig voor extra drinkwater zorgen.

Ook de drie Chinook-transporthelikopters met ongeveer honderd ondersteunende militairen die nu nog in Macedonië zijn gestationeerd, gaan naar Albanië voor de hulpoperatie. Alle militairen en het materieel worden daar ingezet om vluchtelingen te helpen en hulpgoederen te vervoeren. „Met de smalle wegen, waarin gaten zitten, zal vervoer met helikopters belangrijk zijn”, verwacht sous-chef operatiën van de marinestaf C. Leebeek. Geweld zal volgens hem alleen gebruikt worden ter verdediging. Hij noemde daarbij onder meer de kans op plundering van transporten en voorraden, en mogelijke grensoverschrijdende schermutselingen met de Serviërs.